Je begroette me vanmorgen
in sluier van wit satijn
beschenen door gouden stralen
behangen met sieraad van smaragd
en parelen kettingen
om je hoofd dwarrelen kleuren
goudblond en rood karmijn
je huid als bruine rookgranaat
je borsten reeds als trossen wijn
en zilverlovers over je gelaat.
Het kruis, afschuw der gelovige zielen
werelds symbool van vervloeking en lijden
uit verleden duister, sombere tijden
toen wij onwetend tot zonde vervielen
onze Heer hebben we gehoond, geslagen,
gemarteld, aan schandelijk kruis gehangen
terwijl ook wij naar bevrijding verlangen
eeuwig leven na de dood Hem steeds vragen.
Dat vreselijk kruis, afschuw voor alle mensen.
Het teken, aard en hemel opnieuw verbonden,
symbool van macht, gena en vredeswensen.
Teken waar wij Gods glorie en liefde vonden,
waaraan het onbegrijpelijke is volbracht
een einde maakte aan de eeuwige nacht.