De wind vertelt


Zacht, met bijna fluisterwoorden,
vertelt de wind over verre streken
schone velden in warme oorden
met prachtige planten en heldere beken.

Waar ieder in rust en liefde kan dromen
over een wereld zonder oorlog en geweld
waar koele palmen meren omzomen
uit kristallen bronnen helder water welt.

Ach vertel mij toch wind
waar kan ik die rust en schoonheid vinden
vertel mij waar ik liefde en vrede vind
vewelkomt door duizenden vrinden.

Open deur


Een huis, ’t is mijn paleis
Bekleed met tal van borders
Een bloementooi van vele kleuren
Heldere beken rondom
Een rustpunt in overhaaste wereld

De wereld is er dichtgeplakt
Met krantenpapier en bordkarton
Maar de hemel schijnt er helder blauw

Daar is mijn huis
Mijn geriefelijk paleis
Niet afgegrendeld of gesloten
Elk mens is welkom daar
Inheems danwel exoten
Wat maakt de kleur uit van de mensen

Stromen van hoop


Als ooit alle beken zullen overstromen
zal het zijn van vele geplengde tranen
die zich tussen begroeide oevers banen
naar het dal waaraan niet is te ontkomen.

Stromen naar wijde zeeën gemengd met zout
ook daar natuur en elementen weerstaan
in wereldwijde stroming door zee en oceaan
gehard en door wisselend getij vertrouwd.

Maar ook menig traan van enkel blijdschap
heeft zich met die kolkende stroom vermengd
daar waar begrip werd getoond en vriendschap

werd ook menig traan uit ontroering geplengd.
Eens zullen die beken in vaste banen stromen
als alle mensen werkelijk tot inzicht komen.

Over eindeloze weg


Al is de weg ook eindeloos lang
eens zal ook hier een eind aan komen
hebben wij de horizon bereikt
zien wij uitkomst van onze dromen
waar de levensnevel eeuwig wijkt.

Daar leven wij door licht omgeven
aan gouden strand en glazen zee
in vrede en een pijnloos leven
komend vanaf woeste baren
landend aan de veilige ree.

Stilte spreekt


Ik wil slechts horen de wind door de bomen
ruisen van de zee achter de duin ver hier vandaan
vleugelslag der vogels die naar het zuiden gaan
verder wil ik alleen nog van de stilte dromen

het zwijgend woord dat de aard eens vulde
met vrede in golven van liefde en geluk
waarin mens en natuur elkaar zonder druk
in norm en waarde als gelijkwaardig duldde

het Godsbesef uit eerbied als hoogst in ’t vaan
de Schepper van al dit schoon in groot ontzag
op deze wereld waar rumoer klinkt als donderslag,
in rust en stilte danken voor ons bestaan.

Waar oorlogsgeweld als noodzaak wordt gepreekt
zullen we bidden om rust, tot stilte spreekt

Volle bladzijde


Late avondrood doet mij denken
aan verlopen dag vol licht en zon
in momenten weer herdenken
hoe deze dag met ochtendrood begon.

Daar was genot van herfstkleuren
een hemel strak en kobalt blauw
in het bos volop frisse geuren
velden bedekt met parelend dauw.

Een horizon in nevels gehuld
strekte zich van einder tot einder uit
in natuur vol verwachting gevuld
heerst stilte hoort men geen geluid.

Nu het avondrood zacht verdwijnt
hemel langzaam met sterren vult
reeds de heldere maan verschijnt
is het blad van deze dag gevuld.

Luister stilte


Luister stilte, naar het ruisen van de wind
Luister naar het briesje
Dat zacht het riet golft langs de oever
En hoor het antwoord
In de lach van een kind

Luister stilte, naar de zang der vogels
Naar de blijdschap die daarin klinkt
Ver verheven boven aards kabaal
Genot dat ons dagelijks omringt
In steeds herhalend verhaal

Luister stilte, en vertel ons wat je hoort
Van de vogels, van de bomen,
Van het ruisende riet
Veroorzaakt door de stille wind
En de lach van het kind

Verbondenheid in nieuwe wereld


Door stilte zal ik groeien
omdat er zoveel zijn
die woorden niet willen horen
niet luisteren naar muziek
schone klanken slechts verstoren
in eindeloze herhaling van kritiek.

Naar stilte wil ik luisteren
die eindelijk niet negatief
schoonheid af zal kraken
maar in begrip laat zien
hoe liefde mensen kan maken
tot steun ook voor u misschien.

Hoop op groei van nieuwe wereld
enkel door onderling begrip
behoefte elkaar niet te bezeren
vriendschap een heel leven lang
en steeds weer van elkaar te leren
verbondenheid in onderling belang.

Ver weg


Onafzienlijk ver de verten
over een eindeloze zee
tot de einder gaat deining
zoals mijn ziel
zoekt rusteloos vrede
aan veilig geborgen ree

oneindig strekt de hemel
zich over verten uit
mijn gedachten zweven
als vogels naar de kim
als een schip
over eindeloos deinende zee

dromend van blanke stranden
waar witte vogels zijn
en groene palmen wuiven
in vriendelijk zonnelicht
in het blauw, witte wolken
schrijven een vredesgedicht.

Tussen regels en geluiden


Luister en hoor
wat zo onopvallend klinkt
geritsel ergens op de grond
een vallend herfstblad
een vogeltje dat nog zachtjes zingt

luister naar een krekel in het gras
muziek in verre tonen
naar stilte die weldadig spreekt
in zachte warme akkoorden
vullend tussen geluid en woorden.

Na vreedzame dag


Ik zoek de woorden die als zang der vogels klinken
vanuit de kruinen in de vroege morgenstond
als aan de horizon de eerste stralen blinken
en witte nevel zich verspreidend over grond.

Het woord dat nacht’lijk duister weer op zal doen klaren
het leven als het ware uit de dood weer wekt
dan zal de aarde weer het nieuwe leven baren
zolang de zon met licht en warmte overdekt.

De bomen ruisen zacht de melodie en woorden
het golvend koren deint in stille regelmaat
aan stille oever klinken zacht door ‘t riet d’ akkoorden
een zang van vrede tot het eind der dageraad.

En als s’avonds stilte valt na de laatste klanken
dan rest mij slechts de handen vouwen…. en te danken.