Geweerd door tralies mijn schoon verleden
verweerd als jaren in vergeten roem
zoals ook de woorden van heil en doem
nog steeds symbool waarom ouden streden.
Die geest nog steeds gehuld achter hekken
verborgen in menig beslotenheid
heeft zich door dichte ramen niet verbreid
en kan zo vele slapenden niet wekken.
Doch is Mijn Geest niet gesloten achter steen
en laat zich achter muren niet vangen
maar breekt zelfs door de dikste wallen heen
maakt zich kenbaar in daden en gezangen
dus is het leven nog niet verloren
en uit haar blijdschap in blijde koren.