De weg die redt uit wanhoop


Toen we keerden was er geen terug
alleen afgrond en vreselijk hoge bergen
en geen begaanbare wegen.

Elke poging strandde in begin
we hadden de verkeerde weg gekozen
hij liep naar één kant en niet terug.

Het ergste was niet dat de weg
ons niet meer zou leiden naar veilig oord
ook de hoop bleek geheel vervlogen.

Wat is dan het leven zonder hoop
slechts door angst tot wanhoop gedreven
een uitweg zoeken in geloof.

De weg naar ’t paradijs is afgesloten
maar God Zelf opende een nieuwe weg
wie op Hem vertrouwt wordt nooit verstoten.

Getroost uit wanhoop


Ik sliep, het was zeer duistere nacht
geen maan of sterren schenen
alsof ik gevangen zat in kwade macht
en iedere lach verstikte in wenen
geen dag ooit meer ontwaken zou
de wereld zich spoedde ten einde
de zon veranderde in ijzige kou
en elk levend schepsel kwijnde.

Toen omvatte mij plots een heerlijk licht
en een vriendelijk zachte stem riep mij
Mijn kind geloof niet in dit gericht
Ik kocht u aan het kruis reeds van alles vrij
Mijn zon verwarmt de ganse aarde weer
Mijn maan en sterren begeleiden u bij nacht
vrede en rust schenk Ik u steeds meer
en stap voor stap is uw leven aangebracht.

Een wereld


Is er een wereld,
een wereld zonder leed ?
Een wereld, waarin niemand,
niemand vergeet ?

Is er een wereld,
waarin pijn niet bestaat ?
Een wereld vol liefde,
zonder haat ?

Is er een wereld,
een wereld, zonder geweld ?
Een wereld, vol mensen,
waarvan iedereen telt ?

Is er een wereld,
een wereld, vol geluk ?
Een wereld, zonder angst,
en psychische druk ?

Is er een wereld,
een wereld, vol rede ?
Een wereld vol schoon,
en hemelse vrede ?

Er komt een wereld,
een wereld, vol liefde!
Een wereld, waarin niemand
zijn naaste eens griefde!

Er komt een wereld,
een wereld, vol vriendschap!
Een wereld, waarin ieder,
mag leven in blijdschap!

Die wereld, die komt!
Hij heeft het Zelf belooft!!
Die wereld, bestaat!
Voor elk, die in Hem gelooft!!

Menselijkheid en troost


Lasten van zorg en pijn
wil ik dragen, er voor je zijn
je schragen in je verdriet
troosten waar niemand
je ellende ziet.

Zo voelbaar, zo zwaar is je gemis
zo somber nu je dagen
nu een dierbare niet meer is
blijf je eenzaam zitten
met al je vragen.

Alleen een hand kan ik je reiken
en drogen je betraande ogen
of dat voldoende is moet blijken
hopelijk zul je dat waarderen
het is slechts een menselijk pogen.

Woorden voor troost


Ach, wat zou ik graag dichten
Als beroemde dichters deden
Zoals een Shakespeare of Spencer
Vol ritme, metrum en romantiek
Voor te dragen met vuur en vlam
Of op de tonen van muziek

Ik zou zo graag woorden vinden
Waar ik ieder hart mee kan verwarmen
Vree en geluk op aarde brengen kan
Die alle tranen kunnen wissen
In deze donkere tijd is dat zo nodig
Omdat we door gezondheid dit zo missen

Route naar bestemming


De stille beden die ik prevel
in wanhoop of in hoop
waarvan mijn verwachting
nergens anders heen kan gaan
dan naar het Hoogstgerechthof
dat mij in nood bij kan staan

daar zullen al mijn beden
bewaard zijn als een grote schat
geen woord wordt daar vergeten
geen smeking niet verstaan
geen dank wordt er verworpen
elke blijdschap komt daar aan

en op het allerlaatste einde
mogen ook wijzelf daarheen gaan.

Mijmeringen op donkere avond


Als herfstbomen zachtjes ruisen
wind licht fluitend door takken gaat
langs kusten golven stilletjes bruisen
steeds minder mensen zijn op straat
lees ik bij het haardvuur oude woorden
ook al is het uit een nieuw boek
die volkeren reeds eeuwen bekoorden
over enkel pure liefde dat ik zoek.

Eens zijn deze woorden gesproken
door een Mens die als kind op aarde kwam
als een roos in donkere nacht ontloken
en voor ons de zonden op Zich nam
slechts liefde bracht Hij op deze aarde
en leerde ons over Zijn Vader God
in Wie Hij alle vertrouwen bewaarde
en legde in Diens hand Zijn eind en lot.

Aan het kruis is Hij ook voor ons gestorven
op die heuvel daar net buiten Jeruzalem
en leek het anders, Hij heeft zege verworven
al was in Vaders stad geen plaats voor hem
aan dat kruishout is Zijn lichaam gebroken
voor vrienden, broeders en moeders oog
heeft Hij het grootste troostwoord gesproken
“Zij weten niet, vergeef hen Vader van omhoog!”

Over duister pad naar het licht


Een donker pad waarover ik liep
oneffen en gevaarlijk was de bodem
langs een ravijn zo peilloos diep
in somber weer met regen en bliksem.

Schaduwen waren vol gevaren
geen lichtpunt dat een richting wees
of bracht mijn onrust tot bedaren
ik liep slechts verder in angst en vrees.

Plots een hand die mij leidde door ’t duister
een stem, die sprak mij vriendelijk aan,
“Houd Mij steeds vast en luister.
Dan zullen we samen verder gaan”.

Zo ben ik aan een open poort gekomen
waar stond, “Hier kun je vrijelijk binnengaan”.
en licht kwam mij in bundels tegen stromen
’t smalle pad werd plotseling een ruime baan.

Gebogen onder schulden


Gebogen onder schulden
ben ik een weg gegaan.
Droeg zorgen die vulden
dagen van mijn bestaan.

Ik ging die weg met klagen
en niemand hoorde mij.
Ook niemand wilde ik vragen
maak mij toch van lasten vrij.

Woorden van troost en erbarmen
die van liefde hebben gesproken,
genade, bevrijding in Vaders armen.

Ze hebben mijn droefheid gebroken.
Eeuwig ben ik nu van last bevrijd.
Die weg te gaan, kost nu geen strijd.

Lange reis


Een trein stond klaar op het perron
en ergens liepen rails tot de horizon
fluitsignaal weerklonk door het station
een sein dat hier een reis begon.

En langzaam rolde de machtige trein
richting het doel waar hij moest zijn
over rails aan de horizon zo klein
loeiend zijn toon in dof refrein.

Bestemming het einder van het zicht
waar aan de horizon in schemerlicht
vaag silhouet van een kruis is opgericht
teken van Hem die wonderen verricht.

Daar in de verte aan die verre horizon
de andere kant dan waar de reis begon
ver weg van dat veilig begin station
daar schijnt voor eeuwig Zijn liefdeszon.

Nee, jij bent niet weg


Nee, jij bent niet weg van deze aarde
ook al zien wij je hier nu niet meer
in onze gedachten blijft jouw waarde
we weten zeker, straks zien wij jou weer
als wij ons daar bij jou mogen voegen
zal onze vreugd zo overstelpend zijn
samen met de engelen die jou droegen
sámen feesten in het hemelse festijn.

Nooit zullen we dan meer droevig wezen
altijd met liefde en vreugde bij elkaar
geen verdriet of dood valt dan te vrezen
worden we behoed door onze Middelaar
jij waar wij van moesten scheiden
zien wij dan terug daar bij de glazen zee
vriend en vijand zullen nooit meer lijden
daar heerst enkel blijdschap, enkel vree.

Sombere mist


De wereld is besloten
in kleine eigen kring
gevangen in melkwitte muren
verbergt het vele sterven
en grauwheid van de dood

voortgaand lost geen problemen
bekrompen zichtbaarheid op
warmte en kleuren verdwenen
in beperking van ruimte
en beslotenheid van geest

ontsluit door zicht de wereld
breek door witte muren heen
dat ruimte weer te zien is
wijkende grauwheid van de dood
en levenszon kan schijnen.

Dannte, inferno en bevrijding


Gloeiende kolen branden door mijn leden
mijn gedachten worden met vuur geblust
mijn lichaam weert elke druppel water
handen tasten gloeiend ijzer
ogen kijken in verblindend licht
en voeten dansen op rode platen
van sulfer en vloeibaar glas.

Deuren openen naar witte nevel
omgeven door helder blauw
zachte tinten pastel onder verkwikkend groen
en dauw doordrenkte grassen
weldadig masserend verschroeide huid
terwijl ogen voeden aan zacht omfloerst licht
armen strekken in zachte koele bries.

Troostrijk weerzien

Landscape of La Maddalena archipelago, Sardinia, Italy.

Laat mij Heer ’t verdriet niet proeven
van het sterven die mij lief zijn
ook al weet ik dat zij zullen toeven
in Uw hemels feestfestijn

geef mij, als dit mag gebeuren
troost om steeds weer door te gaan
wil mij dan elke keer opbeuren
door Uw woord dat ik blijf staan

U zult immers alle leed verzachten
van Uw kinderen die vragen
en het heil van U verwachten
wilt U alle pijnen dragen

Uw woord hebt U ons geven
dat wij hen weer zullen ontmoeten
die wij verliezen in dit leven
in Uw hemel weer mogen begroeten.