In afwachting


De mensen wachten,
Wachten, op vrede,
Op rust en liefde

Een wereld zonder dwang
Zonder angst of pijn
Een wereld in vrijheid

De wereld wacht,
Wacht, op mensen,
Die bouwen aan vrede

Mensen die elkaar beminnen
En na jaren rust
Niet weer opnieuw beginnen
Met oorlog strijd
Bezetting en dwang
Mensen die de wapens
Smelten tot ploegen

Koffiedik kijken


Verwacht niets bijzonders op deze morgen
de dag begint als iedere nieuwe dag
zoals je steeds opstaat hopelijk met een lach
en blijf je ook vandaag verschoond van zorgen.

Tijd omsluit dingen, die je gisteren zag,
houdt in geheim en toekomst verborgen
of blijdschap overwint of andere zorgen
danwel geluk, liefde op deze nieuwe dag.

In stilte wagen we ons af te vragen
wat de toekomst ons straks weer brengen zal
kabbelt tijd weer als deze vroege morgen,

of zullen al onze pogingen slagen
om nu op te veren uit dit diepe dal
maar toch heeft iedere dag z’n eigen zorgen

Droom en werkelijkheid


Dromen die ik altijd heb gehad
Over rust, liefde en vree
Over vriendschap en gelijkheid
Ver weg over land of over zee
Ver over de horizon
Tussen alle mensen en volken
Tussen elk ras en kleur
Elk geloof of overtuiging
Alle leven onder de wolken

Helaas het blijven dromen
Dromen van verwachting en hoop
Op rust, liefde en vree
Die nooit schijnen uit te komen
Steeds hoort men tussen volken
Over oorlogen en twist
Geweld met moord en doodslag
Vallen slachtoffers links en rechts
Wordt rust verstoord door bedrog en list

Verzachten


Dichter waarom luister je naar je dromen
naar fluisterwoorden en taal die niet bestaan
met de vogels over grenzen vliegen gaan
verwacht je dat er echt ooit van zal komen

ach geef je niet over aan woorden van waan
daar iedere illusie wordt ontnomen
aan bestaan zul je nooit kunnen ontkomen
realiteit is hard denk daar toch maar aan.

Ach dichter wat er ook nog mag gebeuren
droom jij maar elke dag en nacht je dromen
fluister jij je zachte woorden door deuren

laat je wens van vrede overal komen
zodat geen hart door verdriet zal verscheuren
waar door geweld levens zijn ontnomen.

Herinnering aan “mijn” polder


Meerdere malen dwaalt mijn gedachte
naar de polder waar ik ben geboren
waar ik door velden zwierf in ochtendgloren
de zon vanaf de horizon mij toelachte

dan zie ik witte wolken door blauwe lucht
herinner mij nog vage bossen langs de kim
een verre struik als een nevelige schim
hoor de weidevogels in hun ochtendvlucht

nog stijgt de zon daar dagelijks over velden
en is het gras er nog steeds even groen
veel heeft voor economie moeten ontgelden

het weidse uitzicht is niet meer zoals toen
weiden zijn doorsneden met wegen en spoor
en nergens ligt er stilte meer zo in ’t gehoor.

Laaiende emotie


Storm van woorden
gierend door mijn hoofd
wachtend op de luwte
in dalen heerlijke rust
geschreven op rotswanden
hiërogliefen van weten
uit vers vervlogen tijd.

Woorden die in stormen
golvend tegen rotsen slaan
als zware branding
kusten overspoelen
brekend door duinenrij
pas op vlakke velden
beteugelend bekoelen.

Klimaatbesprekingen


Een overbevolkte aarde
Dat kleine stofje dat wereld heet
In een onnoemlijk groot universum
Waarvan men begin noch einde weet

En ergens zwoegen al die mensen
Voor behoud van hun planeet
Elk alleen naar eigen wensen
Elkaar beschuldigend wie verkeerd of ‘t goede deed

En de hoge heren beraamden besluiten
Kwamen in grote getale bijeen
Maar de goede overeenkomsten kosten hen duiten
Vandaar besloten ze tot geen

Nu blijft de aarde in smog en CO2 gehuld
Ondanks veler goede bedoeling
Worden toch heel veel rijken hun zakken gevuld
En blijft het zo het is en komt er geen verkoeling.

Geen zuil of zerk


Als ik er niet meer ben
Die tijd zal zeker komen
Begraaf mij niet in koude grond
Maar strooi mijn as
Op die plek waar ik geluk eens vond

Nooit weet men van tevoren
Hoelang de tijd nog duurt
Maar nog lang hoop ik te leven
Ik behoef geen zuil of zerk
Maar gedenk mij in mijn werk

Misschien sterf ik als berooid kluizenaar
Ik heb mijn leven geleefd
Als mens, als bon vivant,
Mijn dagen in voorspoed of tegen
Ik nam zo ’t was, met zon of regen

Voor mij geen zuil of zerk
Maar eer mij liever door mijn werk

Moeilijke zoektocht


Roep het licht vanuit duister
vraag de zon en vraag de maan
zoek de stilte en luister
waar komt ’t antwoord vandaan.

Vraag de dood naar het leven
de wereld naar al wat leeft
in aureool die liefde wil geven
weer naar waarheid streeft.

Zoek in jezelf het zonlicht
duisternis verlicht door maan
open je ogen op de dag gericht
zie, waar komt ’t antwoord vandaan.

Zoals licht z’n eigen glans heeft
de zon z’n warmte straalt
maan in de nacht zijn liefde geeft
is ’t toch dikwijls de mens die faalt.

Storm van emotie


De stilte vraagt storm te tieren
orkaan met razend geweld
daar het zwijgen zal ontsieren
de doden die zijn geteld.

Laat dan het hart schreeuwen
om rechtvaardigheid en recht
voor wezen en weeduwen
en ieder die wordt geknecht.

Schaf recht aan rechtelozen
bied hulp die behoeftig zijn
die vrijheid hebben verkozen
boven onrecht en venijn.

Geef voedsel aan de armen
laaf hen met brood en wijn
laat hen in uw huis warmen
dan zal de storm geluwd weer zijn.