Symphony gewijd aan schepping (9e Symphonie van Beethoven)


Zie straling komen vanuit duister der nacht
nevel drijven op zachte bries
schoonheid en glans schijnen van het water
voel stroming gevuld met geur van kruiden
waar de slanke hinde zich voedt
magie van lichtbundels tussen bomen
onder overdrijvende kastelen aan blauwe lucht
verbonden door bogen van kleuren
na donderend en bliksemend vertoon.

Wereld der nevelingen en trollen


Nevelig zijn de velden
En mistig zijn de bossen
Wolken hangen als aureolen
Om toppen van bergen
Vaag en waterig schijnt de zon

Mystieke figuren dansen
In schaduwen der rotsen
Of lossen op in nevelige meren
Tijdens een macabere dans

En trollen en geesten
Bevolken grotten en spelonken
En nooit lossen nevelingen op

Bridge over troubled water


Bij die rivier met troebel water
wast U toch mijn zonden schoon
dompelt mij in liefde onder
schenkt gena al is ’t niet mijn loon
zegent mij met met gulle gaven
biedt bescherming mijn leven lang.

Daar bij die rivier met troebel water
zie ik U staan aan de overkant
U roept en zegt: Wacht niet tot later
maar gord je aan reik Mij je hand
vertrouw op Mij en waad naar hier
spoel alle zonde af in deze doodsrivier.

Suite


Na zacht rumoerig wachten op eerste tonen
terwijl gespannen snaren worden aangezet
tot welluidendheid met fluit of klarinet
om Grieg’s suite met schoonheid te bekronen

klinken schuchter de eerste zachte akkoorden
van het schone “Opus 40, Aus Holbergs Zeit”
klanken vanuit de oudheid Muzen geweid
tonen van cello en fagot die we als fuga hoorden

gevolgd door Menuet, Gavotte en Bourree
elk afgewisseld door strofen preambule,
in ritme als aangegeven door golvende zee

ziet men danseressen waaierend in tule
waant men zich in woud tussen elf en fee
in de ban gehouden door trol en zwûle.

Een zachte blues


Zing die “Old River Blues”
zing ze aan die oude rivier
laat klinken door “Old City Town”
over velden en ook hier
zing droef, zing blues.

Laat die song horen overal
over arbeid en van dwang
ieder die zijn verdriet uitzong
over dagen zwaar en lang
zing droef, zing blues.

En dooft het licht in de Canyon
’s avonds na het werk
klinkt nog het wolvengehuil
zingt Satch zacht zijn song
hij zingt droef, hij zingt blues.

Harp


Heerlijke zachte klanken
dansen door de zaal
in ritme van
onnavolgbare akkoorden
als op vlindervleugels
gedragen van bloem tot bloem
proevende de zoete nectar

trilling van snaren
vibrerend met de lucht
golven als rustig kabbelend water
over een oeverloos meer
dat nergens regelmaat verstoort
en elke spanning of stress
wegebt van de kant waar je zit

Slaapkop


Dooreen genomen slaap ik als een dikke os
En bijna ben ik voor niets wakker te krijgen
Door alles heen snurk ik er echt lustig op los
Ook bij schoonste belofte of ernstig dreigen

Zo dikwijls maakt men zich over mij zorgen
En vraagt zich af hoe krijgt hij het voor elkaar
Hij zal toch wel ontwaken in de morgen
Voor mij is dat toch elke keer geen bezwaar

De nacht is duister dus kan ik beter slapen
Waarom zou ik liggen piekeren en draaien
De dag er op tot vervelens zitten gapen
En gaan slapen als de hanen al gaan kraaien

Hoewel, met vioolmuziek kan men mij raken
Daar kunnen ze me ’s nachts voor wakker maken.

Liebestraum

Als ik jou zie lopen
Door velden of bossen
Licht en luchtig gedragen
Als op vleugen der vogels
Of sierlijk ree of hert
En je stem hoor
Als die van een nachtegaal
Dan denk ik, mijn elfje,
Alleen aan wonderschone muziek
Wens ik jou in mijn armen
Je lippen aan mijn mond
Echter, mijn liefste,
Ik vrees dat alles is
Als een schone droom,
Den Leibestraum von List.

Wereld vol muziek

In koelte van de avond
na een warme zomerdag
klinkt ergens een saxofoon
en ontlokt een blijde lach

luisterend naar de klanken
hoor ik woorden en geniet
een gedicht vanbinnen
de schoonheid van een lied

als spreken in gedichten
over liefde en poëzie
een briesje in de natuur
die verre zachte melodie

terwijl stralen van de zon
achter de horizon dalen
klinkt door bos en veld
het lied der nachtgalen.

Ochtenddauwmuziek


Dauwdruppen in vroege ochtend
sprankelend als diamanten
geregen aan tere snoeren
sieren de nog kale twijgen
weerkaatsen bevroren
als glanzende rode robijn
in schuchtere zonneschijn

vallen twinkelend omlaag
als tere akkoorden
in ritme en metrum gestaag
en verwoorden
als pianospel van Chopin
het ware gevoel voor muziek.

Morning mood

Morgenschemer als rode gloed
vlammend langs de horizon
ochtendgeluiden in morning mood
in verten, als van een carillon,
werken van een componist
die in de morgen ons bekoren
gespeeld door een solist
nu een nieuwe dag is geboren

stemming over het ochtendveld,
nog door nevelvlaag bedekt,
door golvende muziek verteld
brengt ons reeds het effect
van vrijheid en ontspanning
een dag die niet meer stuk kan gaan
onder een stralende uitspanning
waaraan de hele dag de zon zal staan.