Wees stil, en luister naar de dromen
De dromen van een stil geluk
Geluk van idealen waarin vrede zal komen
Geen oorlog of satanische druk
Wees stil, en bewonder het leven
Het leven dat iedere dag verrast
Met wondere schoonheid steeds gegeven
Een geluk niet door zorgen belast
Wees stil, zie wolken de hemel bekleden
Als witte schapen weidend in blauw
Wees als schepselen met het heden tevreden
Zie ‘s morgens de aarde bekleed met dauw
Wees stil, geniet van vogels en bloemen
Er blijft voor de mens zoveel genot
Zang, kleur en geur te veel om op te noemen
Alles geschonken met gulle hand door God
Met open ogen loop ik te dromen
Over wegen, lanen en paden
De wereld is groot en de einder nog ver
Afwisselend zijn bossen en velden
Wisselend met beken, rivieren en meren
Daar waar de horizon nog helder schijnt
Daar hoort men nog het vogelkoor
En leefde men nog in zoete rust
Waar geen wanklank werd gehoord
En ik droomde over rust en vree
Een goede toekomst voor de gehele aarde
Maar ergens heel ver weg
Daar klonk het kanongebulder
Een oorlog die geen mens ontzag
Ellende en verderf over heel dat land
Waar vind ik de bron
Die vult de beek
Meanderend door het groen
Voedend plant en dier
Tot hij eindigt in de rivier
Daar stroomt hij mee
Tot in de wijde zee
Kunnen wij ook zijn als die beek
Ontsprongen uit die bron
Meanderend door de wereld
Vrede dragend over de aarde
Vinden wij eens samen
Die onuitputtelijke bron
Slechts de hoop van mijn dromen
Alswel de illusie van mijn zijn
Van wat wel of niet is uitgekomen
Van de verwachting uit mijn brein
Was het één gebaseerd op waarheid
Of het andere op puur fantasie
Dat op den duur verdwijnt in de tijd
Of heb ik verheven tot schone symfonie
Elk woord bezegeld de klank in ’t leven
Voegt al dan niet inhoud daar aan toe
Daden zullen invulling moeten geven
Wat ik wel heb gedaan, danwel nog doe.
Enige duizenden gedichten
heb ik geproduceerd
vergaard in eigen blogsite
het is als een bundel
“Een tuin vol onkruid”
Maar ach….., als je ff zoekt
bloeit ook daarin
nog wel een bloem.
Niet het donker van de duistere nacht bezorgt ons angst op deze aarde,
of scherpe kou die de winter bracht is oorzaak die ons steeds zorgen baarde,
maar de vraag, als je ziet wat er gebeurd, in hoeverre is een mensenleven nog van waarde.
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn voor wie niet gezien worden…
Is het niet de angst dat het licht in onszelf dooft, dat langzaam ook ons hart verduistert?
Omdat het niet meer in warmte gelooft. Hebben wij wel genoeg naar Uw liefde geluisterd.
En wie hoort, in een wereld vol geschreeuw, nog een schreeuw om hulp die wordt gefluisterd?
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn voor wat en wie niet worden gehoord…
Om ons heen en soms ook in onszelf; zoveel lawaai, zoveel onrust, een wereld vol gebral.
Zend dan, goede God, ons weer het Licht, dat door de wereld weerschijnen zal
toon ons weer de aanschijn van Uw gezicht, zoals destijds in Bethlehem’s kleine stal.
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn; bezieling om te leven in uw licht…
Waar de vrijheid van mensen met voeten wordt getreden en recht wordt gebogen bidden wij:
verwarm ons verkilde of koude hart, door het openen van onze oren en onze ogen
bevrijd ons van onrecht, angst en smart. Dat alle mensen U in vrijheid danken mogen.
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn voor de wereld waarin wij leven…
Iedere morgen als de zon weer rijst
en de vogelzang wordt gehoord
hun nieuwe lied ons de weg weer wijst
in een wonderschoon en zuiver akkoord
wil ik ter Uwer ere zingen en dansen
met heel U schepping loven in een lied
U danken voor alle nieuwe kansen
die U ook deze dag weer biedt.
Geef mij dan o Heer de blijde klanken
waarmee ik U steeds vereren kan
hoor mij voor Uw wonderen danken
die ons vertellen van Uw grote wereldplan
dan zie ik dat Uw schepping nog steeds leeft
en dans ik rond door Uw gaven verblijd
genietend van alle liefde die U geeft
ben ik als Uw kind tot Uw lof bereid.
Wat is mijn woord de wereld nog waard
Als ik mij niet houd aan norm of procedé
En tel mijn idealen dan niet mee
Noch voel mij belemmerd noch bezwaart
Of ga mijn eigen pad buiten elk mens om
Zonder steun of vriendschap te aanvaarden
Geen begrip van normen noch waarden
En houd mij bij ieder commentaar stom
Ach hoe arm en eenzaam zou ik wezen
Geen kind noch kraai zou mij nog zien staan
En niemand zou nog mijn verzen lezen
Toch wil ik onverdroten verder gaan
En als blijmoedig mens mijn liedjes schrijven
Alleen dan kan ik mijzelf blijven.