Na vreedzame dag


Ik zoek de woorden die als zang der vogels klinken
vanuit de kruinen in de vroege morgenstond
als aan de horizon de eerste stralen blinken
en witte nevel zich verspreidend over grond.

Het woord dat nacht’lijk duister weer op zal doen klaren
het leven als het ware uit de dood weer wekt
dan zal de aarde weer het nieuwe leven baren
zolang de zon met licht en warmte overdekt.

De bomen ruisen zacht de melodie en woorden
het golvend koren deint in stille regelmaat
aan stille oever klinken zacht door ‘t riet d’ akkoorden
een zang van vrede tot het eind der dageraad.

En als s’avonds stilte valt na de laatste klanken
dan rest mij slechts de handen vouwen…. en te danken.

Ik sta en zie….


Ik sta hier midden in de wereld en zie
zoveel verdriet rondom mij gebeuren
rampen oorlogen of gewoon ruzie
er valt zoveel ziekte en leed te betreuren.

Ik zou willen helpen waar ik kan helpen
overal noden en ellende weg te nemen
verdriet en pijnen liefdevol te stelpen
vreugd te schenken in plaats van problemen.

Toch is er niet enkel rampspoed en verdriet
nog steeds is de wereld schepping van God
en enkel dood en droefenis duldt Hij niet
Zijn maaksel laat Hij niet over aan het lot.

Zijn tijden komen en Zijn tijden gaan
wij zien het in wisseling der seizoenen
hemellichamen die trekken hun eigen baan
teveel wonderen en schoonheid om te noemen.

En ik sta hier midden in de wereld en zie
Zijn almacht groot en wonderlijk schoon,
Zijn wegen en plannen die ik niet doorzie,
maar wel sta ik hier als Zijn scheppingskroon.

Als ’t zand in de zandloper


In stilte is de tijd voorbij gegaan
Ongezien over heuvels en door dalen
En wij zijn dikwijls stil blijven staan

De tijd is door ons niet in te halen
Hij gaat met rasse schreden door ons leven
Ons resten slechts de verhalen
In overlevering doorgegeven

Voor ons is de tijd het heden
Die naar de toekomst uitzicht geeft
Waarin men met de rug naar het verleden
Hopelijk alleen naar beter streeft