Eeuwigleven en angst voor dood


Een eenvoudig houten kruis
doet denken aan een koude kribbe
duistere nacht waar engelen zongen
eindigde in een dag zonder licht

een woord van God
dat op de aarde klonk
gesmoord in bloed
begraven in een graf

waar Gods Zoon de vrede bracht
en liefde was Zijn woord
daar klinkt nu een bittere klacht
wordt slechts geween gehoord

duister is het graf
en eeuwig de dood
was dit dan nu de straf
voor Hem die vrede bood?

Maar nú schijnt helder licht
uit ’t graf van de opgestane Heer
Hij heeft de overwinning verricht
de dood is nu niet eeuwig meer

nu klinkt weer in duistere nacht
de schone engelenzang
God Zelf toonde Zijn grote macht.
En wij, wij zijn nu niet meer bang.

Een tijd stopt


Soms staat de tijd even stil
bij kleine of grote dingen
net hoe je het zien wil
we kunnen de tijd niet dwingen

woorden blijven op de plek
alsof ze niet zijn uitgesproken
opgesloten tussen muur of hek
als vuurwerk dat niet is ontstoken

gedachten blijven peinzend staan
in momenten van stil staren
als wij elkaar niet meer verstaan
en ons daarover zorgen baren

verdriet wat ons zo pijnlijk treft
door tegenslag of zware strijd
in donkere wolk die zich verheft
dan plotseling, stopt de tijd.