Er staat een boom


Er staat een boom in volle pracht,
getuigend van des Scheppers macht.
Ten hemel wuivend met zijn kroon,
ontvangend, ‘t licht van ‘s Vaders Zoon.

Er staat een bloem in schone bloei,
waar eens, Gods adem, zijn zaad heen woei.
Hij dankt de Heer, voor ‘t schone leven,
slechts uit genade hem gegeven.

Er loopt een mens, hij dankt zijn God.
En klaagt niet over ‘s levenslot.
Ontvangt slechts ‘s Heren liefde en vree.
Geniet daarvan in stille bee.

Mocht eens, de zon van ons geloof onder gaan,
en twijfel groeien aan ‘s Scheppers bestaan,
staat daar een bloem, een boom vol pracht,
getuigend, van des Scheppers macht!

Werkelijke Via Dolorosa


U loopt die dag bewust tegemoet
Die dag dat U weet te moeten lijden
Met ongekend vertrouwen en moed
Om de wereld van kwaad te bevrijden

De mens neemt U last van de schouder af
Gaat zelf daarmee zwaar beladen
En draagt vrijwillig ieders straf
Ondanks dat de mens U heeft verraden

Als koning gaat U vorstelijk de weg
De weg van enkel smart en lijden
En in smart en lijden vraagt U ons geen uitleg
Waarom wij niet voor U willen strijden.

Vastentijd


Hij liep veertig dagen door de woestijn
Heeft die voor ons gelopen
Leed daar verzoeking, honger, pijn
Nadat Hij zich als
Vaders zoon had laten dopen

Hij weerstond de verleiding van ’t kwaad
Leed meer ellende dan menselijk lijden
Gaf zich niet over aan satans verraad
Maar leerde hem op eigen terrein bestrijden

Heeft Hij dan ook van ons gevraagd
Die weg te gaan die Hij heeft gelopen
Immers niemand is daarin ooit geslaagd
Het enige wat Hij van ons verlangt
Is om ons in vertrouwen te laten dopen.

Herinneringen aan de mooiste uit mijn klas


Je donker bruine ogen
vergeten zal ik ze nooit
ik zie je ravenzwarte haren
nog wapperen in de wind
je volle lippen die ik proefde
achter het fietsenhok

wandelingen door het park
mijn arm stevig om je heen
jouw geur die mij prikkelde
samen zittend op een bank
’s avond in de herfstschemering
en ik je dicht tegen mij aantrok

we zijn elkaar uit het oog verloren
misschien ook beter zo
beiden zijn wij geverfd door de jaren

misschien is het goed
dat ik je herinner zo je was.

Beter dan Valentijn


Vandaag zal ik je begraven onder rozen
Zo rood en geurig als je nog nooit hebt gezien
Dan zullen we net als toen staan te blozen
En elkaar weer met ogen als pubers zien

Net als toen in die prille jonge jaren
Zal ik stotterend en stamelend weer voor je staan
Uit de punten van mijn tenen moed vergaren
In de hoop dat je mij niet in m’n gezicht zal slaan

Ik heb me uitgesloofd een bos te plukken
Al zit dat in deze tijd beslist niet mee
Daar nu geen bloem bloeit wil ’t niet lukken
En moet ik eerst een eind over zee

Voor jou is dat echt geen enkel bezwaar
Ik reis naar Afrika en pluk rozen groot en klein
Een bos van wel duizend bij elkaar
Alleen doen die verdr… doorns zo’n pijn.

Van bovenaf gezien


Een vogel vloog hoog langs de wolken
En zag de aarde steeds minder groen
Hij dacht hoe zal ik in een lied vertolken
Dat de mensen daar iets aan moeten doen

Steeds komen er minder insecten
Bloemen en planten worden niet bevrucht
Mens waar blijf je met je intellecten
Ben je voor ondergang niet beducht

De vogel vloog verder en verder
En overal was de ellende zo groot
Hij riep tot de grote herder
Heer, redt de aarde van gewisse dood.

Individueel


Mijn huis staat niet zover
van de bewoonde wereld
vanuit mijn raam
kan ik in straten
mensen zien lopen

als ik mijn deur open
kan ieder mens naar binnen
kunnen ze zien
dat ik niet zover woon
van de bewoonde wereld

in de straat die ik zie
vanuit mijn raam
blijven mensen liever buiten
dan dat ze binnenkomen
door mijn geopende deur.

Als lentebloemen uit mijn “Bol”


Wat het is ik weet het niet
mijn hoofd gaat zweven
zie hoe ieder lente weer
leven de grond uitschiet
alles zich vult met nieuw leven
de bomen weer vol vogelzang
gelukkig warmere dagen
en ik voel een woorden drang
om mij aan dichten te wagen
heel mijn brein loopt langzaam vol
zang reist als lentebloem uit mijn “bol”.