Je donker bruine ogen
vergeten zal ik ze nooit
ik zie je ravenzwarte haren
nog wapperen in de wind
je volle lippen die ik proefde
achter het fietsenhok
wandelingen door het park
mijn arm stevig om je heen
jouw geur die mij prikkelde
samen zittend op een bank
’s avond in de herfstschemering
en ik je dicht tegen mij aantrok
we zijn elkaar uit het oog verloren
misschien ook beter zo
beiden zijn wij geverfd door de jaren
misschien is het goed
dat ik je herinner zo je was.