Gedachten


Luchtig als wolken zweven gedachten
Wit als wol langs Pruisisch blauw
Of lichtend bij maanlicht in duistere nachten
Wisselend van vorm bij warmte of kou

Vluchtig als wolken zweven gedachten
Door wisselend tij in het leven
Als zonneschijn bij dagen of duister in nachten
Door welk gevoel ook gegeven.

Gedachten zweven door heel het leven
Het zij bij zonnig of somber tij
Ze blijven met licht en donker verweven
Komen nooit van emoties vrij.

Gedachtestelling


“Ik denk, dus ik ben”
Er is geen groter onwaarheid
Wie zegt mij dat een plant niet denkt
En dat hij niet zou leven?
Is deze stelling niet in strijd
Met wat ons op aarde is gegeven
En leven zich in liefde drenkt

Maar waar gedachten
Tot afgod zijn verheven
Verheft de mens zichzelf boven ’t leven
Mij stelling is; “Ik ben, dus… ik denk”.

Zoektocht naar oorsprong


Hoeveel is ooit gezocht en nooit gevonden
Dan slechts een leeg en hol gevoel
Door zoektocht aan één plek gebonden
Bij onkunde over het gestelde doel

Wie heeft ooit de oorsprong ontrafeld
Van dat kleine stukje heelal
Al worden duizend theorieën daarover verteld
Toch is er geen mens die het ooit weten zal

Ergens in een hoekje van de kosmos
Onbeduidend en klein
Schijnbaar ontworsteld aan de chaos
Veel betekenend kan het niet zijn

Toch door velen beschouwd als grootste wonder
Niemand die gelijkenis ooit vond
Elke levenssoort is daar bijzonder
Ieder individu op eigen soort gegrond

Verschil in eenheid


Als een vlek is heel het leven
Opgenomen in bont tapijt
Als een eenheid ingeweven
Kenmerkend voor altijd

Eigen kleur en patroon
En van eigen matrealen
Uiteindelijk valt doodgewoon
Bij ieder eigen smaak te halen

Een eigen vorm en trend
Naar eigen mal gegoten
Waarin ieder individu kent
Het leven dat hij heeft genoten

Geschreven vraag


De vraag waarom ik schrijf zal ooit een antwoord krijgen
Zolang ‘t denken stil in binnenst gesloten blijft
Dan zullen woorden, zinnen nooit tot daden rijgen
Omdat geen mens het doel van werk en leven beschrijft

Misschien ligt in ’t vragen naar ’t waarom beschreven
Het alom weten van een steeds verzwegen woord
Als oorzaak vanuit een stille tijd verheven
Waarin men nu het steeds gemiste antwoord hoort.

Zolang zon, maan en sterren aan de hemelboog
Hun banen trekken in vaste lijnen en vorm
Dan houdt natuur zijn beeldend scheppend betoog
Dat wat de mens nooit bereikt in een woordenstorm

Waarom zou ik de vraag naar ’t waarom nog stellen
Als ik met schrijven het doel niet kan vertellen.