Geduld, geduld…


Eens zullen bloemen bloeien
en bomen in blad weer staan
jonge dieren in ’t veld stoeien
wij samen de paden op gaan.

Dan zal ook de zon weer stralen
met golven warmte en licht
dan zal ik niet talmen of dralen
te schrijven een kleurrijk gedicht.

Over liefde, genot in de natuur
klanken van menig vogelkoor
de heldere lucht als azuur,
maar eerst moeten we de winter door.

Zoektocht door stilte


Steeds ben ik op zoek naar eigen ik
een zijn dat ergens in mij is
weten in stille gedachten
die geen woorden vinden
geen uitweg van mijn hart

zonder spiegeling van geest
beweging of vooruitgang
in mijn aller diepste wezen
eenzaam schuilen in donkere hoek
slechts in mijzelf opgesloten

tot licht het voorhang scheurt
van boven naar beneden
mij toegang geeft tot zonneklaar
warmte voor nieuw leven
dan ken ik mij, ben niet meer een wees.