Heb de zon gezien
rijzen aan de horizon
haar licht verspreidend.
En heb me nog omgekeerd
in bed zalig verblijdend.
Heb de zon gezien
rijzen aan de horizon
haar licht verspreidend.
En heb me nog omgekeerd
in bed zalig verblijdend.
Langzaam trekken velden dicht
met nevellaken waar vanaf de kim
lage rode vuur zijn schijnsel licht
en golven rood als bloed
die onthullen dat strijd is gestreden
en helios zijn nederlaag geleden
nieuwe heerser met kleurrijke banier
schildert veld en bos in vele tinten
hervormt de wereld op zijn manier
en toont bomen naakt als de titanen
dromerig wachtend op ’t keren van de tijd
met bloedend kroost nog aan hun voeten.
Warme tranen spoelen witte kou
stromen langs glas en smelten
onrust van mijn hart uit sloten
kabbelen over stroeve wegen
schilderen velden in aquarel
scherpen randen van de beken.
Aarde neemt de tranen op
en zal weldra in pasteltinten
als dank voorjaar ontplooien
met strelende zonnestralen
kou uit plas en sloot ontdooien
leven weer in warmte vertalen.