Ik zócht


Ik heb U gezocht, vandaag,
maar kon U nergens vinden.
Ik heb U gezocht, vandaag,
vond U niet bij mijn vrinden.
Zocht U werkelijk overal,
weet niet waar ik nog moet zoeken.
Benieuwd waar ik U vinden zal,
zocht hier en daar, in alle hoeken.
U zult toch niet zijn weggegaan
en mij alleen hebben gelaten?
U laat mij toch niet eenzaam staan,
U hebt mij toch niet verlaten?

Mijn kind, je was zo druk vandaag.
Het was alsof je iets niet kon vinden.
Je weet het toch, Ik help je graag,
Ik ben toch één van je beste vrinden?
Maar, Ik wilde niet vragen wat je zocht,
je was veel te veel in beslag genomen,
ik vond dat Ik je nu niet storen mocht,
ik dacht, hij zal wel bij Mij komen
en vragen dat wat hij nodig heeft.
Wellicht doet hij zijn probleem uit de doeken.
Ach…, Ik wéét toch wat er in je leeft.
Ik heb je zelfs nog hélpen zoeken