Nog weinig woorden


Mijn woorden wil ik schrijven
Met inkt rood als mijn bloed
Om in gedachtenis te blijven
Bij het dalen van de avondgloed

En bij het schrijven wil ik denken
Aan de dagen van weleer
Aan jonge jaren aandacht schenken
Aan de fouten waar ik van leer

Het is de kleur die mijn pen schrijft
Die mij steeds herinnert aan de dood
Waarheen ’t leven mij langzaam drijft
Ondanks ik daar toch van genoot

Maar eerst wil ik nog genieten
Van het leven zolang dat nog kan
Dagen die mij nog overschieten
Die ik nog dragen zal als een man

Menselijke wensen


Om een mens te begrijpen
Moet je van goede huize zijn
Zoiets vergt tijd om te rijpen
De oorzaak van jaloezie en pijn
Afgunst en eeuwig verwijt
Verheven boven ieder ander
Oprecht mens zijn kost strijd
Je moet goed zijn en schrander

Men wil belangrijk wezen
Door veel bezit en macht
Ver boven ieder uitgerezen
Rijk als iemand die om ander lacht
Bovenste wezen is ieders wens
Nee, begrijpen kan ik dat niet
Maar ik ben dan ook maar
………een mens

Nachtelijk geluk


De dag neemt afscheid
De kim staat in gloed
Langzaam rekken de schaduwen
En de hemel vult met sterren
De maan brengt romantiek

Zacht dringt nachtelijk geluid
Over verre vlakten
Geen mechanisch geweld
Onderbreekt de oase van rust
De wereld sluimert zacht in

Een droom ontwaakt
Aangedragen door muzen
Begeleid met zang van feeën
Tot weer opnieuw
De kim in gloed zal staan

Genot


Nevelig door verlangen bezwangerd
Begroet mijn diepst gevoel
Het zachte rood van de ochtendstond
Geniet ik het genot der vogelzangen

En in het pril begin der dageraad
Rijst fier de zon ter kimme
Omrand witte schapen,
Die in de blauwe weide grazen,
Met gouden randen

De wereld is een paradijs,
Een muze gekleed in tule van smaragd
Een wonder van inspiratie
Gelijk een vrouw met wonderschone gratie

Enkele reis


Langzaam aan nader ik de horizon
Niet meer zo krachtig kwiek als in ’t begin
Toen in ’t geborgene de reis begon
Nu vraag ik, al voorwaarts gaand, naar de zin
Wat was het doel waarnaar ik streefde
Zovelen reeds zijn mij voorgegaan
Waar is nu die vriend, die mens, die toen leefde
Wie kent nu nog hun namen, hun bestaan

Ach, iedereen gaat over eigen wegen
Voorwaarts over enkel spoor van station tot station
Niemand weet waar het einde is gelegen
Toch stapt men eens uit op ’t laatste perron
Begint dan het nieuwe leven in het nieuwe paradijs
Daar waar ons geloof en hoop op is gevestigd
Ligt daar het einddoel van onze levensreis
Wordt dan voor eeuwig de belofte aan ons bevestigd

Wie bepaalt


Niet meer dan kleurloos donkere vlek
Tegen nachtelijk duistere wand
Zwijgzaam somber en bedreigend
Van liefde en warmte gespeend
Geen mens noch geest, enkel angst

Toch staat tussen ons een licht
Dat al jouw zwarte kuren beschijnt
Jouw duister van de nacht verdrijft
Doet wachten op de ochtendgloed

Het licht der zonneschijn is liefde
Is leven, geluk, is warmte en dans
De zang van vogels in de bomen
Iedere dag voor vriendschap weer een kans

Toch kom je ook voor mij
Eens uit je duistere hoek
Zal ik mij aan jou over moeten geven
Valt ook voor mij het levensdoek

Dit heb ik lief


Ik heb het leven lief
De mensen die daar dansen
De wereld en de ruime
Blauwe hemelboog
En elke dag weer nieuwe kansen

Ik heb de wereld lief
Een wonder zo geschapen
Vanaf de morgen in ’t zonnelicht
Met dieren en met bloemen
Tot ’s avonds als de zon weer daalt
En de wereld weer gaat slapen

Ik heb bovenal de Schepper lief
Die dit alles wilde maken
En elk schepsel in Zijn hoede neemt
Om het dag en nacht
Voor het kwade te bewaken

Wereldrespect

Multi-ethnic group of beautiful women.

In het land waarvan ik wil dromen
Dat uit vrede en vriendschap bestaat
Waar drommen mensen samen komen
En iedereen in zijn of haar waarde laat

Waar kan leven meer vreugde schenken
Dan waar ieder de ander gelukkig maakt
Zonder aan eigen ik in egoïstisch denken
Zijn medemens zo pijnlijk raakt

Zo’n land kan enkel paradijselijk wezen
Als iedereen alles voor een ander over heeft
Daar is begin voor wereldlijk geluk gerezen
In respect voor ieder en alles dat daar leeft

Mijlpalen


Ik ontmoette vandaag de dood
In een zeer sombere omgeving
Met z’n grafstem sprak hij tot mij
En noodde mij mee te gaan
Maar ik heb zijn aanbod afgeslagen
Zijn ogen staan mij niet aan

Vandaag heb ik daarna ’t leven ontmoet
Tussen bloemen en bomen in zonneschijn
Zijn stem klonk als zang en harpsnaren
Kom dans, sprak hij, de weg is nog lang
Wees vrij om je eigen keus te bepalen
Nu ga ik met het leven mee,

Totdat toch….. de dood mij komt halen

Woorden en doolhof van mijn brein


Dwalend door mijn woorden
In de doolhof van mijn brein
Onderbrekingen die mij stoorden
Door de weg verloren te zijn

Ergens zal toch mijn doel wezen
Een einde na een zwaar begin
Gaande weg is mijn hoop gerezen
Ga ik zingend het paradijs weer in

Laat mij mijn rug dan rechten
Voorwaarts door die doolhof gaan
Hindernissen voor mijn voeten slechten
Niet voor elk probleem stil gaan staan

Mijn immer zoekende gedachten
Dwalend door het doolhof van mijn brein
Zullen elke klacht verzachten
Die op mijn pad een obstakel zijn

Ochtendzang


Een zang overstemt
Overstemt de pijn
Overstemt het verdriet

Een zang wil je leiden
Leiden naar geluk
Leiden naar al het goede

Een zang bezorgt je een lach
Maakt je vrolijk en blij
Lucht je weer op

Luister iedere morgen
Naar die zang
Die klinkt uit de bomen

Luister naar die zang
Uit duizenden vogelkelen

Die aangeeft dat
Een nieuwe dag begint
Vol blijdschap

Nostalgisch gestemd


Wat was het
Dat ik jou niet kon weerstaan
Waren het je donkere ogen
Of was het je ravenzwarte haar
Waren het je woorden zo bewogen
Of je charmante lieve gebaar

Was het je elegante manier van lopen
Je lach nooit van je gezicht
Ik wilde wel de hele wereld voor je kopen
Maar ik had geen geld
Dus schreef ik voor jou enkel dit gedicht

Ik weet niet wat het is
Maar nog steeds kan ik je niet weerstaan
Het is die glans van je ogen
Die eerste ontmoeting denk ik steeds nog aan
Het liefst zou ik je op een sokkel verhogen
En voor altijd zullen wij samen verder gaan