Waar zou ik mij aan houden in gedichten
als schone poëzie niet klinken mag
of ‘t fraaie metrisch ritme zeek’re dag
voor toonloos hersenspinsel zou zwichten.
De glans van “t leven zou in sleur vervlakken
geen zangen zouden nog te horen zijn
gesprek eentonig strak en stijf van lijn
het hele leven zou verveeld verstrakken.
Laat woorden springen, dansen in ritmiek
de poëzie door alle zinnen klinken
en leef in droom van werelds melodie
De aarde draait om zonneschijn en muziek
de zon laat zelfs de wolken zilver blinken
geef ‘t ritme weer swing in pure poëzie.