Winter, misschien een koude tijd
En de bomen dragen kale kruinen
Steeds minder leven in het veld
Maar de vlakte zo sereen zo helder
De horizon één rechte lijn
En van de vogels alleen nog een V ganzen
Luid gakkend hoog in de lucht
Trekkend richting het zuiden
Toch is rondom huis
Nog een hele schare van het kleine spul
Bedelend, ruziënd en zoekend naar zaden
Zich te goed doend aan olienootjes
Ondanks ontberingen,
Verlang ik toch weer naar winter
Die ook zijn eigen charme heeft
Over velden en in bossen