Een daglang


Wat was de dag weer mooi
Ik heb er van genoten
Van ’t nog groene veld
En van de herfsttooi
En ook van de vers geoogste noten

Dan was er ook zo nu en dan
Zonneschijn tussen het wolkendek
Hield ons het luchtruim in de ban
Tussen het grijs een lichte plek

En nu in d’ avond zie ik
aan de hemelkoepel bij toeren
de flonkerende sterren staan
en donkere wolkencontouren
in het licht der maan.