Geen geluiden werden in de nacht gehoord
geen lichtschijn brak somber duister
door geen vogelzang de stilte verstoord
zelfs de wind bracht geen gefluister.
De maan ging achter wolken schuil
geen ster fonkelde aan ’t firmament
alleen een zachte roep van een uil
die na de jacht naar zijn nest toe wendt.
Dan verschijnt aan de kim een gloed
zacht zal straks het licht weer gloren
dat kleur en leven weer ontwaken doet
dan is in vogelzang een nieuw gedicht geboren.