Geen wegen waar mijn voeten gaan
De aarde draagt slechts slijk
Dromend ga ik langs eigen baan
En ergens ligt een grote stad
Ik nader reeds de buitenwijk
Waar geen verkeer zich horen laat
Bereikbaar over ’t smalle pad
De echo geeft haar klanken weer
Tussen satijn en goudbrokaat
Kaats vanuit ivoren poorten neer
Door straten met duizend edelstenen
Daar zijn wegen waar mijn voeten gaan
Over voorgebaande paden
Zal ik mijn zijn aan droom ontlenen.