Verdraait men noemt mijn woorden geen sonnetten
ziet geen metrum inhoud of zelfs melodie
vindt ook dat ik het verschil niet duidelijk zie
manlijk staand naast vrouw’lijk liggend te zetten
normaal houd ik mij meestens zeer afzijdig
van smalend opmerking en snerend kritiek
zelden hoort men van mij bijtende repliek
maar soms is men zelf toch slepend onzijdig
een ieder moet wel weten wat hij zoal doet
maar in het geval hijzelf slordig werk levert
wijl hij over andermans gebreken zevert
strooit men hem zijn fouten al snel voor de voet
hoeveelheid van mijn fouten is niet te vatten
van anderen wil ik ze ook niet schatten.