Aan einde van de winter


In vele toonaarden hoor ik je lied
zacht strelend aangenaam voor ’t oor
met hoge tonen als tenor uit het koor
je zingt door zonder dat iemand jou ziet

blijf zingen tot genot van ieder mens
breng harten en zielen in vervoering
zoals je ook mij voert in ontroering
hartstocht klinkt in je lied zo intens

al zolang hebben we je moeten missen
in lange wintertijd zo guur en koud
maar jouw zang doet de ellende wissen

vergeten is straks weer het dorre hout
je stem blijf ieder in vreugd onthalen
verwarmt ons samen met zonnestralen

Dag en nacht


Zacht vervaagt het licht
maar sprankelt stil na in je ogen
zie net de rimpeling om je mond
die nog vraagt om
aanraking van lippen
als ik met mijn hoofd
op je borst, je gedachten tel
in de slagen van je hart

weeg ik je gevoelens
in de diepte van je adem
voel ik je liefde
in de warmte van je huid
en in stilte je woorden
door de streling van je hand

voor ons brengt het duister
verder geen verschil.