Wisselvallige perpetuum mobiele


Geen dag is nog geboren
of langs de horizon
glanst ochtendgloren
klinken vogelkoren
nog voor ’t licht begon.

Als boven de kim reist
gloed van vlammen
die ’t nieuwe leven
kleurt bij dageraad
in jade en smaragd.

En snel verjaart ook deze dag
in tijd, eind en beperking
als het licht aan de horizon
verdwijnt in gloed en vlammen
de nacht weer wacht
op geboorte van nieuwe dag.

De weg is nog lang


Mijn jonge jaren zijn voorbij gegaan
Maar ook nu heeft de tijd zijn bekoring
Bij ‘t verleden wil ik niet stil blijven staan
Waarom zou ik de uren, dagen, maanden
Betreuren zonder de toekomst af te wachten
De weg is nog lang

En nu toch de horizon nadert
Blijft nog steeds de hoop bestaan
De hoop op vrede, liefde en oprechtheid
Daarom, blijf niet bij het verleden staan
Ook nu nog heeft de tijd zijn bekoring
Kom, de weg is nog lang

Over de horizon gloort de nieuwe dag
Daar schijnt de hoop,
De vrede, leeft de liefde
Kom, de toekomst wenkt
En de weg is nog lang.

Gesloten boek

Close up group of books with nature blurred background, education concept

Langs ijle wegen loopt contact
van onze gedachten tot woorden
in banen die slechts moeilijk leidbaar zijn
langs begrip, gevoel niet elkaar te bezeren
in vlinderlichte akkoorden strelend
pijnen van ieders hart.

Over onbegrepen wegen
waar wij eenzaam denken te kunnen gaan
zonder anderen zien staan of te gedenken
of missen aandacht aan onszelf, niet
omdat wij lopen, die ijle wegen van contact
die onze gedachten in begrip leiden tot woorden

Het grote wonder

SONY DSC

Dagelijks aanschouw ik rondom mij de aarde
Als een vreemd nieuw te ontdekken werelddeel
Een wereld vol wonderen van grote waarde
Helder blauwe stromen en bossen groen struweel

En dagelijks ontmoet ik andere mensen
Geschapen naar een zelfde uiterlijk en beeld
Een ieder met zijn of haar eigen wensen
Met eigen lasten, lusten en gaven bedeeld

Dagelijks aanschouw ik mensen rondom mij heen
En verbaas mij over al hun verschillen
Dikwijls tussen de massa zijn ze toch alleen
Handelen dwars terwijl ze het beste willen

Ik aanschouw dagelijks rondom mij de aarde
En dank dan Hem die dit alles steeds bewaarde

Zweverig


Op wind wil ik me laten drijven
met vleugels sterk en groot
zweven tussen wolken
genieten van de zon

gewoon zweven zonder zorgen
kijken op de aarde neer
op thermiek en zachte stroming
over velden, heuvels en rivieren

weg van al dat druk gewemel
naar heerlijk stille plek
in gedichten denken
tussen weelderig groen.

Zwart-wit


Ik zag schaduw langs lichte muur
in het zonlicht voorbij komen
donker tekenend vage gestalte
maar van geen mens een spoor

in donkere hoeken van ‘t vertrek
zag ik geen schaduw meer
daar bleef ‘t somber eenzaam grauw
vermeende mengeling van kleuren

maar in donkere nacht
zag ik tegen zwarte muren
weer die schaduw licht en zacht
en heeft weer heldere kleur gebracht.

Zwanenmeer


Dromend sta ik bij het donkere water
waarin hier en daar sterren spiegelen
en nog vaag de schaduw van bomen
het bleke licht der maan nuanceren
als ware werkelijkheid in schim gevat

mijmerend kijk ik naar enkele duiven
die aan overzijde in roestbomen rusten
of zijn het kraaien wellicht
in duister lijkt alles eender

zie nog even hoe een paar zwanen
in donker water rondjes zwemmen
voel mij toeschouwer bij het “Zwanenmeer”
lichte huivering van kou bevangt mij
en ik ga huiswaarts wachten op de morgen.

Zorg, vragen, realiteit


Is wel het stoffelijk vlees dat mij bekleedt
in mate die eens aan mij is toebedacht
het vegelijf dat nimmer van wijken weet
mij brengt tot aarzeling en op kennis wacht.

Is ‘t mijn treurend hart dat weent en weerloos smacht
tot mij het ochtendgloren verlossing brengt
van spoken en geesten in duistere nacht
en mijn bewustzijn zich weer met zonlicht mengt.

Mijn geest aanschouwt reeds de tranen zwaar geplengd
veroorzaakt door het vele menselijk leed
daar zich steeds opnieuw het kwaad met kwaad vermengt
hoewel de mensheid toch voor het goede streed.

Soms is leven als duistere nacht begon
uit donker weer opveert in de ochtendzon.

Zo ben ik


In de woorden die ik denk
zolang ik mij kan heugen
ligt mijn wezen opgeslagen
heel het houden van mijn zijn.

In de woorden die ik heb gezegd
heb ik mijn mening niet verborgen
maar in eerlijk rechtstaand feit
getracht vrienden te maken.

In woorden die ik nog wil zeggen
zal mijn gedachte niet verbergen
wat mijn wezen kenbaar maakt
in heel het houden van mijn zijn.

Zelfreflectie


Varen laat ik mijn gedachten
door ruimten over aarde en zeeën
zwevend langs bergen en over
vlakten waar ruisend riet mij aan jeugd
herinnerd en bomen staan in mijmering
van vele toekomst plannen eens gemaakt
om leven in andere banen te leiden.

En steeds weer keren mijn gedachten
naar slechts dat ene punt waar ik ooit
mijn hoop op richtte om daar geluk
en toekomst bepalend te laten zijn
in eenzijdig weten van begaanbare wegen
langs randen van onherbergzaamheid
komen mijn gedachten uiteindelijk zichzelf tegen.

Zélf??


In de wind die haastig over
de velden snelt
moeiteloos vele
hindernissen nemend
stuur ik mijn dromen
over grote afstand
tot in de uithoeken
van mijn fantasie

laat mijn gedachten
in woorden meegaan
in de droomloze
euforie van het verleden
die met moeite
worden begrepen
door het heden
en in de wind
de toekomst niet meer

volgen kunnen.

Zee-kerheid

ASCII

Langs strand en ruisende branding
zacht ritmisch met de golven mee
omsloten door behelmde duinen
komen mijn gedachten in schelpenecho
uit kosmische oorsprong terug

vanaf regelmatige deining over water
roepen duizenden stemmen aan
van wat achter de horizon ons wacht
in een toekomst om naar te leven
klinkt vertrouwen om door te gaan.