Fluisterzacht is vannacht
een deken van parelen gevallen
over de velden van smaragd
met stralende zirkoonkristallen.
Bomen zijn bekleed met witte vlag
de wereld is gevuld
met stilte van een winterdag
de kim door zonneschijn verguld.
Roerloos zijn sloten en plassen
cobaltblauw is de lucht
ergens hoort men een kraai krassen
een V ganzen in hun vlucht.
Het wit gepluimde riet
wiegt zacht langs de waterkant
van de spiegelend bevroren vliet
en vormt eenheid met ’t witte land.
Als toeschouwer sta ik terzijde
genietend van de frisse wind
lievend dit frisse jaargetijde
met een blos op m’n wangen als een kind.