Twee wegen lopen parallel


Twee wegen lopen naast elkaar,
in één en dezelfde richting
als een onafscheidelijk paar
dat overal samen opging.

Er lopen twee wegen parallel,
net of ze dezelfde kant opgaan.
Als je goed kijkt zie je wel,
dat bij beide andere borden staan.

Twee wegen lopen niet ver van elkaar.
Je kunt overstappen van één op ander.
Is de juiste overstap toch te zwaar,
dan reiken we de hand naar elkander.

Die twee wegen zijn op het oog,
bijna aan elkaar identiek te noemen.
Toch eindigt de één in een regenboog
De ander kan zijn daden niet roemen.

Beide wegen lopen naar dezelfde kant.
Toch eindigt één in moeras en hel,
de ander loopt door naar eeuwig land.
Welk te kiezen weten wijzelf wel.

Op beide wegen worden we begeleid.
De ene gids leidt ons naar ’t gevang.
Door de andere Gids worden we bevrijd,
naar vreugd en liefde, eeuwig lang.

Te weinig heb ik aan U gedacht

Zoveel problemen die mij in beslag nemen.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel zaken die mij steeds weer raken.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel werk heb ik steeds te verwerken.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel zorgen heb ik iedere dag vanaf de morgen
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel vragen die me dagelijks weer belagen.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel zegen heb ik iedere dag weer gekregen.
Maar nóg steeds dacht ik niet aan U.

Zoveel dagen hebt U mijn in liefde gedragen.
Zo dikwijls was U mij tot steun en heil.
Toen is eindelijk bij mij ’t besef gaan dagen
dat ik enkel leven mag in Uw welbehagen.

Schrijf de woorden duizenden malen


Heer, ik heb gestreden,
voor Uw aarde, voor Uw kerk.
Steeds weer heb ik gebeden;
“Heer, maak toch mijn woorden sterk !”.

Zonder resultaat zijn mijn woorden,
‘k voel mij vaak zo eenzaam staan.
‘k bid U dat ze mij toch hoorden,
Dat ze niet vruchteloos verder gaan.

Duizend malen zijn Uw woorden,
door Uw knechten reeds gemeld.
Duizend malen zijn de akkoorden,
van Uw liefde reeds verteld.

Zo de mensen nu niet hoorden,
die duizenden malen werden gezegd,
schrijf nóg duizend maal de woorden,
hen duizenden malen uitgelegd.

Schreeuw uit….! Maar…….bid!


Schreeuw uit ! Je zorgen.
Maar, bid om verlichting.
Schreeuw uit ! Je angsten.
Maar, bid om moed.
Schreeuw uit ! Je noden.
Maar, bid om bijstand.
Schreeuw uit ! Je pijnen.
Maar, bid om verzachting.
Schreeuw uit ! Je ellende.
Maar, bid om inzicht.
Schreeuw uit ! Je onmacht.
Maar, bid om wijsheid.

Schreeuw uit !
Maar ……….., bid -in stilte- om rust in je hart!

Schreeuw uit !
Roep, de noden van de daken.
Schreeuw uit !
Roep, de ellende door de straten.
Schreeuw uit !
Roep, het onbegrip door de steden.
Schreeuw uit !
Roep, de wanhoop door de wereld.
Schreeuw uit !
Roep, al het verdriet naar de hemel.

Schreeuw uit !
Maar …………., bid -in stilte- om vrede in je ziel!

Pelgrimstocht

Een lange stoet trekt voort
van lange rijen mensen
waarin men veel klachten hoort,
van hen, die zware last verwensen.

Te zwaar is bijna die last
om zo hun doel te bereiken.
Toch klinkt als groot contrast
met hun klacht niet te vergelijken

zang, van mensen die niets dragen.
Die vrolijk zingend verder gaan,
en die aan de dragers vragen;
“Klaag niet, rijk ons uw lasten aan.

Laat ons u toch ondersteunen.
Wij wierpen onze lasten af.
Wij hebben Iemand om op te leunen.
Hij draagt onze lasten en onze straf.

Waarom zou u dan nog dragen?
Kom recht uw rug, zing met ons.
Loop snel door, stop met klagen.
Zo u niet sneller loopt,

sluit straks de poort,
en wordt u buiten gesloten.
Werp uw last op Hem, en maak voort.
Het wordt donker, gij zult u stoten.

Eens gaan de poorten voor eeuwig dicht,
dan staat u in het nachtelijk duister.
Dan ziet u nimmer meer het eeuwig licht,
en bent u verstoken van Zijn luister

Ongeduldig

Dikwijls Heer willen wij U helpen
denkend dat U het alleen niet kan
met onze suggesties U overstelpen
U hinderen in Uw wereldplan

Ja, zo heel veel moeten wij nog leren
ach, wij kennen Uw grootheid niet
dat is waardoor wij zo vaak van U keren
alsof U onze onwetendheid niet ziet

In ons ongeduld kunnen wij niet wachten
tot U Zelf op onze gaven wijst
waarmee wij naar Uw wil betrachten
enkel de liefde die U van ons eist.

Niet ánders dan genieten


Geniet een dag
verblijdt met de morgen
in het jonge licht
en door rust van middag
warmte van de zon
de avondregen
tot dovend licht.

Geniet het leven
als jeugd in de morgen
in stralend licht
omgeven door vriendschap
warmte van liefde
tot de regenboog schijnt
en avond dooft het licht.

Niet alles gaat zo wij willen

Levensdrang gaat onverstoord,
brengt soms grote noden,
te vluchten voor eigen woord,
zoekend, heil bij andere goden.

We leven naar eigen idee,
zonder verdere gedachten,
gaan door in wel-en-wee,
ons eigen lijden verzachten.

Storen ons niet aan een mens,
die wij naar onze handen zetten,
wat telt is onze eigen wens,
op anders noden niet te letten

We zoeken ons eigen pad,
op eigen kracht vertrouwen,
echt wel wetend dat,
wij slechts op God kunnen bouwen.

Tot wij door eindloos lijden,
zien wat wij hebben aangericht,
ongeluk niet meer te vermijden,
zinloos kwaad, door ons verricht.

Nee, niet door eigen kracht,
of nood uit menselijke vrees,
kennen wij Zijn grote macht.
Maar, goedheid die Hij ons bewees.

Menselijke ego


Een mens zo sterk
in bereiken van zijn doel
door eigen ego eigen werk
roem geeft goed gevoel.

Hij gaat door tot hij bereikt
top van kunnen of macht
en door uitputting bezwijkt
gevallen door eigen kracht.

Dan klaagt zijn ego hem aan
toont kwetsbaarheid door alles heen
dat hem was ontgaan
dat hij leeft uit gena alleen.

De goedheid die hij ontving
uit genade van de Heer
maar wat hem ontging
door eigen dunk, keer op keer.

Lijdensweg van kribbe tot kruis


Wat heeft U er toe gebracht
voor ons naar deze aarde te komen
als dat kleine kind in Bethlehems nacht
van hemelsglans en schoon ontnomen?

Waarom kwam U tussen mensen wonen
die niet wilden luisteren naar Uw woord
en U bespotten, beschimpen en honen
U verwerpen en mishandelen ongehoord.

Hoe hebt U liefde kunnen tonen
aan hen die U niet zagen staan
en wilde U toch ieder belonen
ook al hadden ze U kwaad gedaan.

U leert ons dat alles anders is
dan wij mensen dikwijls denken
omdat wij domweg leven in gemis
van Uw wijsheid en U daarom krenken.

Door Uw grote liefde en genade
hebt U het kruis voor ons gedragen
en versloeg in het graf het kwade
dat alles hebt U geleden zonder klagen.

Leiden meer wegen naar Rome of naar de hemel


Een kruispunt van vele wegen
naar links, rechts, vooruit of terug
daartussen als vlechtwerk geregen
zelfs bovenlangs over een brug
naar alle kanten keerden mensen
de blik vooruit als één gericht
zonder groeten of goede wensen
hun ogen open, hun harten dicht
ik plaats mij schuchter op een zijweg
overdenk waar ik heen moet gaan
terwijl ik daar sta in eigen overleg
zie ik nog Iemand naast mij staan
“Mijn naam is Egbert, wijst U mij
de weg die ik het best kan gaan”
“Mijn naam is God, vraag niet aan Mij.
Ik weet het ook niet meer.
Daarom blijf ook Ik hier staan”.

Kunnen wij geloven zo wij willen (elfde gebod)

Steeds weer blijven wij het geluk zoeken
binnen grenzen van ons eigen zicht
kunnen toch slechts successen boeken
als ziel en hart ons wordt bijgelicht.
Als wij niet alleen voor onszelf leven
en alleen zelf onze weg willen gaan
maar vooral ons aan die steun geven
die tot in dood voor ons borg wil staan.

Ja wij geloven zo er staat geschreven
in het grote woord van onze Heer en God
maar hebben wij daarnaast niet verheven
ons eigen belang en gemak tot elfde gebod?