Honger


Vroeg is de morgen ontwaakt
nog vroeger was ik uit de veren
een mooie dag begroetend
die zonnestralen braakt
over lijnen van de einder
en kleurt de hemel rood

’t is slechts een onsje van ’t leven
een minitred in levensgang
waarin wij gaan dromen
met realiteit verweven
in onophoudelijke levensdrang.

Ach, mag het een onsje meer wezen?

Eigen wegen


Geef mij voeten geef mij handen
gedachten dat ik woorden spreek
leg niet mijn wil aan banden
zodat ik niet om vrijheid smeek

ik wil gaan over effen paden
lopend naar een verre horizon
niet vermoeid of zwaar beladen
naar daar waar de dag begon

gaan zal ik mijn eigen wegen
groetend mensen groot en klein
steeds behulpzaam en genegen
maar bovenal wil ik mijzelf zijn.

Onafhankelijke vrijheid


Vrijheid is alles wat ik zocht
een leven voor mezelf
zelfstandig en niet afhankelijk
mijn eigen keuzes, eigen doen,
geen enkele verplichting

je bént vrij in eigen keuze
ga de weg die jezelf zoekt
en kies je eigen vrienden
die je bijstaan
als je hen nodig hebt

wees vrij en onafhankelijk
met vele vrienden om je heen
dan ervaar je die vrije keuze
in je afhankelijkheid alleen.

Door hitte en storm


Wij slepen voort door eindeloze woestijn
Door brandende verzengende vlakte zand
Waar uur tot uur alle dagen zelfde zijn
Evenals onmetelijke zee zonder strand

Het maakt in ’t leven geen wezenlijk verschil
Of dagen door hitte of kou worden bepaald
Waar het werkelijk om gaat is de vaste wil
Dat men het gestelde doel aan ’t eind behaald

Het leven wordt bepaald in voor- en tegenspoed
Al reizend door dorre vlakte of over zee
Waar zon genadeloos brand of felle storm woed
Het is het pad van ons levens procédé

Waar zand en zee elkaar als strand ontmoeten
Daar zullen wij ‘t doel aan ‘d horizon begroeten.

Gewoon herfst

rust-in-natuur-bij-water-kopie
Hoe breng ik dagen door van somberheid en kou
met regenbuien, hagel en met stormvlagen,
geen zon, de lucht eentonig bedekt en grauw
en gure wind waarin niemand zich wil wagen.

Het blad verwaait en langs de waterkant
vindt men nog slechts ’t gekrookt armtierig riet
en achter ‘t duin aan ’t vlakke strand daar stuift ’t zand
en ruwe zee met hoge golven tot ver verschiet.

Dit jaargetij van wind en storm en stervend blad
met mist en kale bomen en lege weiden
zo nu en dan een zon met nevelkrans omvat
en bossen die de stervensgeur verspreiden.

Toch tooit zich nu gans de aarde rijk in kleuren,
geniet ten volle ‘t schone herfstgebeuren.

Zomaar ’s avonds

gemakkelijke stoel bij de haard
Onderuit gezakt zittend in mijn luie stoel
lezend in het allerlaatste nieuws vandaag
komt bij mij de gedachte op in een vlaag
of ik nou eigenlijk nog voor dichten voel

vooral omdat velen mij er om bespotten
en mij raden, man hou er nu toch mee op
al die versjes van jouw zijn echt een flop,
van mij mogen ze met hun gelijk oprotten

tja ik zet nou eenmaal graag wat op papier
en ook al zal niemand dat echt wat zeggen
dat doe ik niet voor hun, maar eigen plezier

je moet niet kakelen maar zelf een ei leggen
schrijven geeft mij tenminste nog meer vertier
dan vroeg de benen van mij af te leggen

Winden van gemoed

voorbode voor storm
Als wind woorden in storm verwaait
tot klanken van loeiend geweld
overstemmen mensen geluid van liefde
wakkert orkaankracht de stilte omver
breken de takken van eenheid.

Als briesje gebladerte van kruinen streelt
en laat het water zachtjes rimpelen
wordt zo menig verkeerd begrip geheeld
en sterken de bomen hun ledematen
als woorden die in rust verschil delen.

Wie?


Wie noemt me de vele namen van de landen,
de landen waar alleen ellende heerst
leggen verdrukkers en machtsmisbruikers
onschuldigen en machtelozen aan banden
plaatsen zichzelf en vrienden als eerst.

Wie noemt me namen van de vele mensen
die dagelijks gebukt gaan onder terreur,
wie hoort hun klagen, wie hun wensen,
wie eist er ooit voor hen hun vrijheid op,
treedt voor hen in ’t vuur en stelt hen niet teleur?

Wie zal ooit de dictators verjagen,
hen die het slechts gaat om macht eer en roem
zij die alleen het leven en vrijheid belagen
geven om eigen naam en gewin
ieder kent hen wiens namen ik niet noem.

Drie maal “wie” heb ik gevraagd,
rest mij dat hier nog eenmaal.
Wie ziet de kinderen die het slachtoffer zijn,
de toekomst voor een vredige wereld
en voelt niet hun angsten en hun pijn?

Vertrouwen op tijd

tijd horloge

Tijd tekent verleden
in banen van schaduwen
die onwrikbaar hechten
tussen hoeken en kieren
van vastgelopen heden
waar geen licht komen kan.

Toekomst werpt haar schijnsel
door ramen van hoop
die het mogelijke beschrijven
schaduwen te breken
hoeken en kieren ontsluiten
en wijst weer weg naar licht