Rusten in schaduw der bomen
Daar op die plek die ons is belooft
In zonneschijn en licht liggen dromen
Waar nimmer de liefde meer dooft
Daar zal een ieder welkom wezen
Daar heerst eeuwig warmte van liefde en geluk
Niemand hoeft daar voor angst of pijn te vrezen
Is elk gevrijwaard van zorg en druk
We genieten daar van de aller schoonste bloemen
Lopen over blinkend gouden paden
Mogen ons daar gezegend noemen
En in heldere fonteinen baden
Poorten gaan open als wij daar komen
Van het beloofde hemels paradijs
Waarop wij altijd mochten hopen
Na die levenslange reis