Door mijn hoofd gieren woorden
Als storm in gierende wind
Onsamenhangend zonder enige akkoorden
Woest ritme dat rust verslindt
Hiërogliefen uit ver vervlogen tijd
Geschreven op rotsen
Geen inhoud, slechts woede en nijd
Die op strand en kliffen te barsten klotsen
Woorden die als zware branding
Daverend kusten overspoelen
Wrakhout en schelpen achterlaten bij landing
En pas op vlakke velden bekoelen