Frank, Polak, Meijer en Cohen
Ménsen als ieder ander
Vriendelijk zoals ik hen nog ken
Ménsen als elke Nederlander
Ieder hun eigen naam
Als erkenning aan hun bestaan
Verenigd in afstamming te saam
Welke misdaad hebben zij begaan
Ze zijn vervolgd, gemarteld en gedood
Met massa’s opgepakt en geëlimineerd
Hun misdaad was, ze waren “Jood”
En dáárom werden zij geliquideerd
Waar zijn nu deze mensen heen
Ergens op een stille plek te lezen
Gebeiteld in koude zuilen van steen
Menselijke wreedheid is daar bewezen