Gewacht op eigen invulling


Iedere Kerst denken wij,
nu zal de vrede komen,
vrede die het Kind op aarde brengt
als voor de herders en de vromen
in de engelenstem vermengt.

Maar na iedere Kerst
komt weer de droefheid.
Weer hebben wij voor niets gewacht
als onze verwachting al eeuwen slijt
sinds die Heilige Stille Nacht.

Toch is die vrede ons gebracht
voorzegt door die schone engelenkoren
nog in die zelfde Stille Nacht
dat de herders hun zangen hoorden,
dus hebben wij alleen op onszelf gewacht.

Als wij luisteren naar de engelen


Als wij luisteren naar de engelen
naar het koor van liefde en vree
hun zang met geluk verstrengelen
zingt ons hart vanzelf mee.

Zingen we ook van liefde en geluk
in die wonderlijk stille nacht
waarin ons gevrijwaard van druk
door een Kind vrede werd gebracht.

Die vrede geldt nog voor alle nachten
en voor iedere dag hier op aard
niemand hoeft op die nacht te wachten
Gods belofte blijft eeuwig bewaard.

Wereld der nevelingen en trollen


Nevelig zijn de velden
En mistig zijn de bossen
Wolken hangen als aureolen
Om toppen van bergen
Vaag en waterig schijnt de zon

Mystieke figuren dansen
In schaduwen der rotsen
Of lossen op in nevelige meren
Tijdens een macabere dans

En trollen en geesten
Bevolken grotten en spelonken
En nooit lossen nevelingen op