Één, twee, drie


Verdampen en vervluchten
door eindloze zuchten
staand op één plek bij elkaar
steeds niet begrijpen
dat gedachten rijpen
door bewegen zonder bezwaar.

In stille ongelukkige momenten
zichzelf traag inprenten
dat slechts goed is wat loont
niet eigenwijsheid
kwaad bestrijd
maar door hersenen weggehoond.

Zo zitten zij daar gedrieën
ter dis op hun knieën
schransen van rund en everzwijn
verzwelgen goede der aarde
kennen daaraan geen waarde
zuipen zich dood aan kwalijke wijn.