Wachten


Waar langs rustig stromende rivier
wuivend riet de oever weer bekleed
wolken weerspiegelen in blauw
morgennevel zacht het veld bedekt
zit ik mijmerend aan de kant

en wacht

vogels vliegen reeds naar zuiden heen
het graan is al geoogst het gras gemaaid
dieren grazen nog in de wei
nog zijn de bomen groen
maar ik zit mijmerend aan de kant

en wacht

straks verdort het groene gras
verliezen de bomen hun groene blad
verwelkt de roos en knakt het riet
worden de wolken somber grauw
en ik zit mijmerend aan de kant

en wacht.