Bij jou is ’t of ik
bossen hoor ademen
geur opsnuif van dennennaalden
frisheid van de stromen voel
in je stem ligt klank van vogels
jij danst als een lichtvoetig ree
in je ogen zie ik sterren stralen
zon schijnt in je harenglans
zonder jou zou ik kikker wezen
ergens in de modder van een plas
maar ik zal me niet verbeelden
dat ik met jou van prinselijke bloede was.