Nacht van het Koningskind


Eender glijden grauwe herfstdagen
bijna somber en zwijgend voorbij
kenmerkend tred van dit jaargetij
met af en toe de zon bij vlagen.

De einder hult in nevelig zicht
dromen voor een nieuw begin
en langzaam sluimert de aarde in
wachtend op een nacht vol licht.

Die nacht vult zich met klare zangen
van vrede en lieftalligheid
bevrijdt de wereld van ’t verlangen

dan zingen ook wij verheugd, verblijd,
over het geluk in deze nacht,
het Koningskind waarop wij eeuwen hebben gewacht.

Leef je uit


Steeds tracht ik ritme, metrum weer te leiden
in banen van hoog naar laag en dan terug
van dal tot berg, daarna in diepte glijden
van klank tot klank verbinding als een brug.

De woorden wil ik laten rijmen, zingen,
hoop, dat iedereen daarvan genieten kan
ik zie de mensen nu al dansen, swingen
pas maar op en krijg er geen beroerte van.