Zomaar bakker van sonnetten


In woorden speelt hij de sterke held
ontziet geen mens met zijn scherpe spraak
maar is in gevoeligheid een ware staak
durft enkel op afstand met verbaal geweld

menig dichter denkt hij te manipuleren
met schijn en met verdraait advies
van vals geslijm is hij beslist niet vies
als hij van verre zich digitaal kan keren

wordt hem kritiek en tegenweer te massaal
zodat men hem van verraad gaat verdenken
gaat hij gegarandeerd snel aan de haal

om vanaf eigen site oude collega’s te krenken
in sonnet voelt hij zich dan wel superieur
daarin beledigt hij dichters te kust en te keur.

Zo jammer


Hoeveel poëten plaatsen op één site
hebben allen hun eigen talenten
ieder doet zijn uiterste best
niemand om den-brode of centen.

Ieder puur om het plezier
vraagt oprecht feedback te geven
waar men ook nog positiefs in vindt
geeft een dichter weer plezier in het leven.

Maar zo vaak hoort men
dat eeuwig star gezemel
“Het moet niet zus, het hoort niet zo
mijn advies komt regelrecht uit de hemel”.

Wil een leerling dan niet horen
is juf/meester zeer gepikeerd
“Jij bent als hamstertje geboren.
Wie niet luistert heeft weer niks geleerd”.

We waren even van de aarde los


Even zweefden met elkaar
over velden, langs bossen
akkerranden of rivieren
plekken waar de Hunnen sliepen
genietend van een dolle vlucht.

Even overlegden we, hoe verder
binnen vleugelslagen ons doel
samen zwieren door luchtledig
zwaartekracht voorbij kan gaan
leven in een vogelvrij bestaan.

We zullen verder vliegen in formatie
als de vlucht ganzen boven ons
ons warmend aan de luchtstroom
van het ons bezielend vuur
onder leiding van Moedergans.

Wat is poëzie?


Duizenden vormen bekend
één erkend ander verzwegen
voor mij als ik het leven zie
niet strak in geweven lijnen

schoonheid van een wilde tuin
de één geniet van deze bloem
de ander weer van een ander
men moet orde er in kunnen zien

onder lezen ziet men beelden
schoonheid, verlangen of verdriet
maar hoe de toekomst wordt
dát verklap ik nú nog niet.

Want dat is poëzie!

Vissend op genot


Een flauwe zon stijgt op
een zachte wind vult de vlakte
golven nevel stromen over ’t veld

een boot vaart rustig
over dof spiegelend water
witte vogels zweven in kolonies mee

een achtergrond van kleurige bossen
geheel in blauw gevat als overkoepeling
en in de verte zweeft een vroege buizerd

ergens hoor je de bronstroep van een hert
dat brullend zijn roedel roept
alles wijst op herfst

en ik geniet met m’n hengel tussen het riet.