Stilletjes aan zwerf ik toch weer naar sonnetten
wil mijn zinnen in poëtisch licht doen schijnen
lyrische klank niet uit mijn hart laten verdwijnen
mijn vreugde in ritmisch rijm op papier te zetten
in dansende woorden mensen horen zingen
als kinderen door straten en velden zo blij
zich overal wanend als dieren en vogels vrij
zonder zorgen om geld, goed of andere dingen.
Maar echt leven zit toch zo anders in elkaar
geen lyriek, poëzie of zelfs maar proza
daarin klinkt dikwijls geen zang, lied of gitaar
meer hoort men daar geweld vanuit arena
door ruzie en woorden als holle vaten
mijn liefde voor sonnet kan ik niet laten.