Niets is groter genot
dan poëzie
bij piano en viool
klanken horen
die in tekst
niet zijn te evenaren.
Luisteren naar inspiratie,
zien nevel, stoom,
als mist over velden
weten van schoonheid
verborgen
maar toch aanwezig.
Niets is groter genot
dan poëzie
bij piano en viool
klanken horen
die in tekst
niet zijn te evenaren.
Luisteren naar inspiratie,
zien nevel, stoom,
als mist over velden
weten van schoonheid
verborgen
maar toch aanwezig.
Binnen oogleden breekt spiegelglas
en in duister van de nacht
worden scherven geruimd
in stilte van gehoor en luchtledigheid
achter ruggen van zwijgende massa.
Verschrikt veer ik op
bij voelen van scherven in mij nek
rinkelen van brekend glas
vergruisd, vertrapt op de grond,
zien van bloed waar ik net nog stond.
Mijn dagen zijn mij kostbaar
Nu mijn uren zacht heengaan
Tijden die ik draag in mijn hart
Vanaf mijn jeugd en kindzijn
Mijmerend tot het heden
Herinneringen uit nog
Niet eens zo’n ver verleden
Als men de tijd in universum telt
Korte tijd is de mens beschoren
In een leven van stille aard
Dikwijls in eenzaamheid verloren
En ergens hangt de hoop
Dat toekomst eeuwig zal duren
Waarin vrede en liefde
Pijn angst en haat doen vergeten.
Nergens warmer haard dan in eigen huis
al is het ergens anders nog zo gezellig
heerlijk bij het knetterend vuur
de benen op tafel genieten bij de buis
onder handbereik een sprankelend glas
rust genieten tot in het late uur
nee nergens is de haard warmer dan in eigen huis.