Gebogen onder schulden
ben ik een weg gegaan.
Droeg zorgen die vulden
dagen van mijn bestaan.
Ik ging die weg met klagen
en niemand hoorde mij.
Ook niemand wilde ik vragen
maak mij toch van lasten vrij.
Woorden van troost en erbarmen
die van liefde hebben gesproken,
genade, bevrijding in Vaders armen.
Ze hebben mijn droefheid gebroken.
Eeuwig ben ik nu van last bevrijd.
Die weg te gaan, kost nu geen strijd.