Onze voorspraak


Uw thuisreis naar Uw Vaders huis
waarheen U op wolken bent gevaren
nu zittend aan de rechterzij
van Zijn hemeltroon
geprezen door de engelscharen
als Zijn enige ware Zoon.

O Heer, U bent verrezen
als een ware held en vorst
sindsdien hoeven wij niet te vrezen
want U hebt onze last getorst
U bent nu onze voorspraak
en pleit ons bij Uw Vader vrij.

Aan alle gewezen schonen in den lande


Ach, alle gewezen schonen in den lande
hoe zeer heb ik u toch begeerd
en heeft mij dat hertze bezeerd
daar ik door mijn hogere leeftijd strandde

mocht u mij dan helaas geen favoriet noemen
en had gij dan niet even oog voor mij
thans zijt gij te laat, ’t is voorbij,
kan ik mij slechts in enige ervaring roemen.

Doch daar mijn levensdagen steeds lengen
is nog de tijd gevuld met mijn aanwezigheid
kan ik nog mijn dagelijkse plicht volbrengen

mijn uren en hopelijk vele jaren ben ik bereid
het vrouwvolk van treurnis vrij te waren
hen niet te herinneren aan hunne jaren.

Avondroman


Als straks de maan de hemel zacht verlicht
De sterren haar terzijde staan
Dan schrijf ik voor jou een nieuw gedicht
Over romantiek en volle maan

Dan leen ik de liefdespen van Pierrot
En beschrijf het minnekozen
Alleen gaat dat tussen ons niet zo
Jij hebt voor een ander gekozen

Nu zit ik treurend voor het raam
In het licht der nieuwe volle maan
En fluister zacht jouw naam
Terwijl ik Venus daar zie staan.