Huilen met de wolven


Vrolijk kwispelend loopt hij ’s avonds mee
kijkt me aan met zijn trouwe hondenogen
weet wat komt maar volgt de baas onvertogen
naar het nachthok, elke keer heel gedwee

krijgt een versnapering of lekkernij
staat mij nog even droevig na te staren
gaat dan zijn slaapplaats in op mijn gebaren
en de hele nacht is hij geluidsvrij

‘s morgens wacht hij in zijn ren op de baas
zit als zielig hoopje in een hoekje
springt van dolle vreugd hoogop tegen ‘t gaas

als beloning krijgt hij dan een koekje
maar bij volle maan breken de remmen los
dan huilt hij met de wolven en niet in ’t bos

Toch wel


Dagelijks geniet ik steeds van mijn dieren
mijn hond in het voorhuis, schapen in de wei
om niet te spreken van de lammeren in mei
maar beslist iets minder houd ik toch van mieren

het mogen dan wel nijvere beestjes wezen
druk in touw vanaf de vroege morgenstond
werken ze dagelijks meer dan het klokje rond
maar ik kan niet anders dan hun zuur vrezen

toch bewonder ik zo zeer hun ijvere tred
hun zware arbeid zonder morren of klagen
hun sterke wilskracht eenmaal in gang gezet

of ze het nou leuk vinden moet men niet vragen
men moet niet over futiliteiten klieren,
je zou het niet zeggen, maar ik houd van mieren.