Tastend door licht en duister


Waar donker is zoek ik het licht
mijn zijn en mijn wezen
in tastende tred langs hindernissen

onzekerheid in mijn bestaan

en langs de wanden van mijn cel
zoek ik de uitgang
zoek ik de vrijheid van het licht

zekerheid van ruim baan

zolang het duister rond mij blijft
licht niet door ramen schijnt
blijf ik tastend voet voor voet

door onzekere wereld gaan.

aan het eind van het modderig pad
waarover ik in duister liep
zie ik in volle pracht

de schone Lichtstad staan

Eindelijk 2


Ik zie een zeil aan verre horizon
en wolken drijven langs azuren blauw
en langzaam stijgt het licht als levensbron
verwarmt de aard en verdrijft de kou.

In landerijen vangt de levensvreugd aan
het voorjaar koestert haar kleurig kroost
natuur noodt elk mens naar buiten te gaan
na barre winter biedt lente nu haar troost.

Een zachte bries golft nu over het riet
het groeiend gras glanzend als smaragd
doormergeld met meizoen en margriet
op dit seizoen is reeds zolang is gewacht.

Door verstilde wereld


Stilte daalt over serene landerijen
gekleed in blinkend wit kostuum,
over velden wazig door nevel.

Bedekt zijn bomen en boerderijen,
vanuit verten slechts gedempt geluid
en langs wegen staan in lange rijen
populieren gekleed als maagdelijk bruid.

Af en toe zendt de zon in stralende bundels
haar licht tussen het wolkendek door
en hult in goud bomen en velden.

Hoe graag wandel ik in dit decor
van reinheid, vrede en rust
genietend van wat de natuur biedt,
in dankbaarheid daarvan bewust.