Beoordeling


Waar blijft de tijd die wij aan woorden wijden
Verkwistend strooiend in de wind en het zwerk
De tijd in ledigheid zonder paal en perk
Waar wij naar achterklap en roddel glijden

Waar zijn de tijden van het glorieus fatsoen
Dat iedereen zich verre hield van laster
Zijn woorden toomde in kluister of raster
En geen medemens ooit smaad aan zou doen

Ach vriend het is zo lang reeds van alle tijden
De mens is verslaafd aan eigen tong en woord
Reeds tijden door schijnt het niet te vermijden

Zijn eigen stem wordt door hemzelf vaak niet gehoord
Daarom behandel elk mens met eerbied en respect
Omdat elk vogeltje zingt zo hij is gebekt

Leidersnaam


Ik verlang naar kleurige bloemen
waartussen weer vlinders zweven
van kelk tot kelk bijen zoemen
in een tuin vol warmte en leven

ik kijk uit naar kleurrijke horizon
die een dag belooft vol zonneschijn
met geurige kruiden in het gazon
vruchtbomen die volop in bloei zijn

en avonden in lome gloed
waarbij ik luier op mijn terras
in ’t nestkastje de mees z’n jongen voedt
tijden zo ’t in mijn jonge jaren was

schemer ontsteekt ’t licht der maan
ook duizenden sterren die tezaam
aan de nachtelijke hemel staan
doen mij denken aan één Naam.