Gewone grauwe mus


Eenvoudig, grauw en grijs,
niet bedeeld met vele kleuren
eenvoudig, grauw en grijs,
toch gelukkig in wereldgebeuren.

Geen zang als een nachtegaal,
bescheiden is zijn stem,
geen zang als een nachtegaal
maar zacht looft hij ook Hem.

Geen kunstwerk is zijn huis,
toch heeft hij een warm nest,
geen kunstwerk is zijn huis
maar is ook zijn waarde welgevest.

Laat mij zijn als die grauwe mus,
die U ook in het leven riep,
laat mij zijn als die grauwe mus
schepsel dat U ook met liefde schiep.

Nieuwe bloei


Verlept, gestorven zijn de rozen van weleer
Hun stelen en doornen zijn slechts gebleven
Herinnering rest mij uit hun jonge leven
Hun geuren zo aromatisch en zo teer

Hoe schoon waren hun vormen en hun kleuren
Hoe lief’lijk charmant hun dansen in de wind
Hun glimlach in stralende zon als van een kind
‘t Verdorren van hun schoonheid laat mij treuren.

Doch staan de struiken weer in volle knop
Belooft het zonlicht ons weer nieuwe rozen
Dan leeft er weer een nieuwe toekomst op

Dan wordt er weer voor zang en dans gekozen
En jonge rozen kleuren nieuwe perken
Zo blijven we steeds aan vernieuwing werken.