Platteland nu


In luwte van wind en zonneschijn
stil aan het oog ontrokken
slechts een schaduw van weleer
en kracht uit jonge jaren
staar ik voor mij uit over de velden.

Het uitzicht doet mij zeer.

Nog zie ik daar de koeien grazen
en hoor de kievit en de “griet”
zie mijzelf nog slootje springen
de hond rennen achter hazen
maar zie hier nu geen koeien

en vogels hoor ik niet meer.

Doorsneden zijn nu de landerijen
met wegen waarover auto’s gaan
en overal ziet men megabedrijven
voor kippen, varkens of koeien staan
hoort men over stankoverlast klagen.

Tijden veranderen, telkens weer.