Erfenis van dichter


Wat zal er ter mijner nagedachtenis staan
Anders dan een steen met anonieme naam
Ruw gepolijst door ambachtsman zonder faam
Een zerk waarlangs men zonder aandacht zal gaan

Geen woord van mij zal er zijn die men nog kent
Geen gedachte welke men nog zal delen
Niemand zal op mijn tekst een liedje kwelen
Wie schenkt ook aandacht aan zo’n onbekende vent

Toch ga ik door met daag’lijks mijn versjes schrijven
Al neem ik wellicht mijn woorden allen mee
Want nee, wie schrijft zal heus niet altijd blijven

Wat ik droeg was emmers water naar de zee
In translucide ongekleurde woorden
En in de branding verstomden de akkoorden.