Ik zie licht als door helder glas
spiegelend in zonnestralen
hoor wind in glazen schalen
zingen als engelenzang
bij klanken van zuivere snaren
geluid van harpen en violen
en zacht ruist de wind
de tweedracht weg
laat vrede dalen over golven
strijkt het buigende gewas
en heelt onzichtbaar
het gebroken glas.
Geen aardse goederen bezitten
enkel leven van Uw woorden
niet aan eigen rijkdom klitten
dikwijls dat wij daar aan stoorden
’t is zo moeilijk te verstaan
slechts in blind vertrouwen
zonder bezitting door te gaan
wij willen zoveel zelf houden.
Eens zullen wij onszelf verliezen
zelfs ons leven loslaten in Uw hand
help ons niet verkeerd te kiezen
maar ons scharen aan U kant
leer ons toch trouwe Vader
dat er zoveel meer nog is
trek ons met Uw woorden nader
in Uw liefde lijden wij geen gemis.
Aan hemel van satijn
in fluoriderende schijn
van laatste zonnestralen
weerkaatsend als golven
in wolkenbanden
waar traag licht
plaatsmaakt voor duister
doorbreekt zachte fonkeling
van heldere ster
het nachtelijk fluweel
als wakend oog
van onze beschermengel
vanuit de hoge hemelboog.
Als de laatste stralen over ’t veld vervagen
rust en stilte van lawaai het overwint
door de bomen zelfs geen zuchtje van de wind
’t leven tempert alsof uren zich vertragen
ook duistere nacht nadert met trage treden
avondklok luidt alsof hij met zachte klanken
ons tezamen roept tot bezinning en danken
opnieuw behoort een dag weer tot verleden
straks in stilte van de maanverlichte nacht
zien wij aan purperen hemel fluweelzacht
schitterende twinkeling van sterrenpracht
slaap zal ons lichaam met nieuwe energie voeden
en in rust nieuwe dag naar de ochtend spoeden
vertrouwen dat God deze nacht ons wil behoeden.
Waarom zou ik proberen te begrijpen
wat mijn brein niet kan bevatten
daar ik als Zijn kind tot volwassen moet rijpen
trachten de waarde van het leven in te schatten
waarom zou ik alwetend willen zijn
groot gelijk de wereldvorsten
zonder gevoel voor alle pijn
van hen die naar oprechtheid dorsten
Laat mij zijn als het jonge kind
die slechts vertrouwt op Vaders hand
en dat daarin berusting vindt
dat die hem leidt naar het Vaderland.
Het was doodstil
toch hoorde ik je zo duidelijk
een stem een roep
om je te volgen
maar wist niet wie of waarheen
ja…., men had mij wel gewezen,
een pad, niet meer dan een steg,
glibberig, glad niet ongevaarlijk
geen weg die een mens kiezen zal
maar toen kwam Ú mij tegemoet
in al Uw liefde en genade
en ik wist wie mij geroepen had
de weg te gaan
die moeilijk leek en gevaarlijk
maar naast U durf ik het aan.
Niet meer of minder dan een hersenschim
droombeeld van tijden lang vervlogen
jaren van onervaren levenslicht en gedachten
in onnozele naïviteit vol goed vertrouwen
komt thans waarheid in het licht mij voor ogen
te laat het ervaringsfundament om te bouwen
heden hier en nu wijzen onzekere toekomst
verten in nevel gehuld zonder gouden randen
paden onverhard vol kuilen en vallen
jammerklacht en spijt binden mijn handen
toch zal ik niet aan kwade kusten stranden
de Bron van hulp en steun is mij nooit ontvallen.
Genietend wandelend door landerijen
waar ver van hier de horizon
in getemperde licht reeds zacht vervaagt
dag en nacht om voorrang strijden
de hemel sporen van duister draagt
loop straks onder firmament van sterren
bijgelicht door licht der maan
in steeds verstillende wereld
waarover ik door het ochtendgloren
eens een lichtende toekomst in zal gaan.
competition gymnastics exercises on balance beam girl gymnast
Over wankele plank zoek ik
gaande naar evenwicht
zonder materiële lasten
enkel met mijn hoop
op veilig heenkomen
naar toekomst en leven gericht.
Geen leuning die mij steunt
hekwerk waar ik aan kan klampen
alleen vertrouwen
brengt mij balans
onzichtbare, ontastbare hulp
mijn enige kans.
Laan met rij bomen, herfst in de Kaapse Bossen bij Doorn, Utrechtse Heuvelrug, Utrecht
Er moet een weg zijn op de wereld.
Een weg, naar vrede en geluk.
Niet meer dan een heel smal paadje.
Bevrijdend van ellende en zware druk.
Men zegt, dat men die weg moet zoeken.
Dat hij zeker niet gemakkelijk is.
Een wijs man zei; “Zoek in de boeken.”
Maar, weet je hoeveel verschil er is.
Eigenlijk heb ik de moed verloren.
Zo vele wegen ben ik reeds gegaan.
En steeds weer krijg ik te horen;
“Die idealen hebben nooit bestaan !”
Op het kruispunt van vele wegen,
Zakte mijn moed, bleef radeloos staan,
daar kwam die onbekende man mij tegen,
en sprak mij zo vertrouwelijk aan.
“Dat jij je door mij wilt laten leiden,
houd Mijn handen stevig vast,
Ik heb je nu gevonden en zal je bevrijden,
Van alle schuld en zondenlast.
Ik heb dat ene pad gevonden.
Gemakkelijk is hij niet te begaan,
maar bevrijd van alle zonden,
mag ik altijd met Jezus gaan.