Oorlogen, ongeluk


De nacht is duister
langs de hemel stralen vuur.

Sirenes loeien
angst en wanhoop van uur tot uur.

Zwaar rollen er explosies
vanaf een ver verschiet.

Men droomt van overwinning
maar ziet het menselijk leed niet.

Waar kan men nog vrede vinden
de aarde staat in brand.

Overal vijanden geen vrinden
nergens een vriendschapsband.

En daar waar geen zwaar geschut buldert
schiet men met wapens uit de hand.

Hele steden worden puinhopen
medelijden kent men niet.

Waar men geluk hoopte te vinden
heerst nu enkel nog verdriet.

Nazi’s


Wat hebben ze bereikt
Met hun razzia’s en pogroms
Met hun vernietigingkampen

De beulen van Auschwitz-Birkenau
Duizenden doden
En verscheurde levens

Wat was uw doel moordenaars
Uit Bergen-Belsen
Die de mensheid hebben veracht

Hoe machtig voelde u
Schoften uit Dachau
Dat u ménsen liet creperen

O macht en moordenaars als duivels
Die beslisten over leven en dood
Die ménsen minder behandelden als beesten

Eens staan ergens voor u
Rokende ovens rood gestookt
En… hoe moeten wij ons nu voelen?

Joods 1940-1945


Frank, Polak, Meijer en Cohen
Ménsen als ieder ander
Vriendelijk zoals ik hen nog ken
Ménsen als elke Nederlander

Ieder hun eigen naam
Als erkenning aan hun bestaan
Verenigd in afstamming te saam
Welke misdaad hebben zij begaan

Ze zijn vervolgd, gemarteld en gedood
Met massa’s opgepakt en geëlimineerd
Hun misdaad was, ze waren “Jood”
En dáárom werden zij geliquideerd

Waar zijn nu deze mensen heen
Ergens op een stille plek te lezen
Gebeiteld in koude zuilen van steen
Menselijke wreedheid is daar bewezen

Afkeer van oorlog


Opnieuw heb ik naar vrede gezocht
Het moet toch ergens op aarde zijn
Helaas na dagenlange zoektocht
Vond ik slechts verdriet en pijn

De geld- en machtzucht der “Grote heren”
Brengt heel de wereld angst en nood
En nooit zal de mensheid in vrede keren
Aleer vindt hij verdriet en dood

Kom mens, keert u van de dictator af
Hij zal nooit rust en vrede brengen
Zijn woorden zijn egoïstisch en laf
Zijn daden zullen eens de wereld verzengen

Volg toch de woorden van liefde en licht
Dat is de oorzaak van mijn schrijven
En breng mijn zorg in dit gedicht
In hoop angst en pijn te verdrijven.

De eenling


Met open ogen loop ik te dromen
Over wegen, lanen en paden
De wereld is groot en de einder nog ver
Afwisselend zijn bossen en velden
Wisselend met beken, rivieren en meren
Daar waar de horizon nog helder schijnt

Daar hoort men nog het vogelkoor
En leefde men nog in zoete rust
Waar geen wanklank werd gehoord

En ik droomde over rust en vree
Een goede toekomst voor de gehele aarde

Maar ergens heel ver weg
Daar klonk het kanongebulder
Een oorlog die geen mens ontzag
Ellende en verderf over heel dat land

Wanneer….., wanneer, zal de vrede keren?

Oekraïne


Vanaf verre streken
Roept de nood
Roept een angstkreet
Heerst de angst
Heerst verdrukking
Heerst de dood

Slechts de heerszucht
Slechts de tirannie
Met dodelijke wapens
Dreiging met grof geweld
Geen levensontziende
Machtswellust

De wereld staat verlamd
Slechts één mens
-Een monsterlijk wezen-
Doet heel de mensheid sidderen
Doet heel de aarde vrezen

Verdrukking en dood


Verdienen wij nog steeds de vrede
Zo zwaar bevochten door ons voorgeslacht
Of aanvaarden wij zonder slag of bede
Het offer door zo menig jong leven ons gebracht

Blijven wij twee minuten in stilte staan
Om alle gevallenen te herdenken
En houden hun namen hoog in ’t vaan
Om hen voor hun moed eer te schenken

Wie en waar zijn dan de lafaards
Die hun graven met hakenkruisen schonden
Zo ontegenzeglijk laf, ja zo onaards
Dat men hen moet behandelen als laffe honden

Gedenk ook deze dag dat wij eens hebben gezegd
“Nee, dit nooit weer!” en zie hoe het nu gaat
Hoe dikwijls zijn deze woorden nu al weerlegt
En nog steeds heersen oorlogen en haat

Vluchtelingenstatus 1


Als gekrookt riet na zware storm
verward door heen geschud
ontluisterd in gebroken vorm
wankel en niet onderstut

slechts halmen zonder aren
geen uitzicht op voortbestaan
enkel nog wezenloos staren
zonder voorwaarts durven gaan.

Als gekrookt riet na zware storm
wankel en niet onderstut
hulp in geen enkele vorm
slechts in gebroken ogen

uitzicht op een sterfput.

Vergeefse hoop


Een zee vult zich met tranen
lijken stranden aan de kust
waar mensen zich eens veilig wanen
vindt men nu niet meer de rust

geen redding voor drenkelingen
geen troost voor man of vrouw
voor wie dood nog kan ontspringen
heerst enkel nog rouw

verslagenheid in vreemde oorden
verwijderd van familie en gezin
gevlucht voor haat en moorden
vinden ze hier warmte evenmin.

Bedrog ontkennen


Wat brengt de mens tot waan
daden die de mensheid schaden
niet voor elkaar verantwoord staan
zichzelf als onschuld beladen.

Ontkend wordt ieder feit
van onmenselijk handelen
met ieder recht in strijd
in onwaarheid wandelen.

Bezoedeld menselijke waardigheid
als dieren trachten recht te halen
door leugen en bedrog ontwijd
zo zal eens hun leven falen.

Person alert


Vertel geen gebeurtenissen
die ik niet wil weten
vergeet verschil tussen dag en nacht
in het licht kan ik niet waken
slapen doe ik niet des ’s nachts
mijn verdriet zal ik niet langer dragen
dan mijn passen normaal zijn
om meelijden wil ik niemand vragen
verdrink mijn pijn in donker rode wijn

mijn lichaam pijnig ik tot bloedens
mijn hart verwart de regelmaat in slag
en mijn ziel wil immer sterk wezen
maar mijn ledematen zijn te zwak
ach en wee hier valt te lezen
iedereen vindt mij een slappe zak
‘k wil wel van de fles afblijven
maar het vlees is veel te zwak.

Onoplosbare problemen


Woorden die ik mis
liggen opgeslagen in mijn hart
vertellen niet van pijn
schreien niet van verdriet
maar verschuilen zich stil
achter mijn gesloten lippen

tranen uit mijn ziel
branden in mijn lichaam
met vuur dat niet te blussen is
woekerend door mijn aderen
ontstoken door wind en haat
van afgunst in mijn werken

geen vonken uit mijn ogen
geven antwoord op de vraag
‘t raadsel dat ik niet op kan lossen
daarom wil weer stil beleven
dagen uit mijn jeugd
als kind in zwijgend aanvaarden.