Hoe zijn de dagen ooit geboren
Dagen dat ik jou ontberen moest
Wat kon in die tijd mij bekoren
Heeft toch mijn leven niet verwoest
Wat heeft mij nog de kracht gegeven
De zon te zien op triest grauwe dag
De blik vooruit het hoofd geheven
Toekomst verwachten met blijde lach
Overtuigd dat je weer zou komen
De wolken zullen wel verdwijnen
Een lentebries weer door de bomen
Ach lief, laat mij niet langer wachten
Dagen zijn zonnig, somber de nachten
Categorie: liefde
Jantje van Lijden
Al mijn gedachten zijn bij jou
en ik wil er geen één missen
wat zal ik beginnen zonder je trouw
niks…, of ik moet me sterk vergissen.
Dagstemmingen
Al is de morgen nu weer verrezen
En de hemel eentonig kleurloos grauw
Nergens een wolkje in ‘t hemelsblauw
Ach niet elke dag kan stralend wezen
Ook vandaag zal de zon nog wel schijnen
En kleuren het schitterend bladerdak
Met geel en bruin en rood als glanzend lak
In deze maand van druiven en wijnen
Ik zag ook jou vanmorgen weer ontwaken
Nou geen beeld van glanzende zonneschijn
Je was te druk met zo vele zaken
Straks slaat je stemming om als een rookgordijn
Samen maken we de dag dan een feest
Tenminste, dat hoop ik, ook als jij dit leest.
Liefde-nectar
Als je gedachten konden vliegen
vliegen als een vlinder
naar ’t hart van iedere bloem
drinken van de zoete nectar
leven van schoonheid
liefde geven in vele kleuren
als mijn hart kon spreken
spreken met een warme stem
zingen over schoonheid van bloemen
met woorden als nectar zo zoet
dan zou je aan mijn lippen hangen
drinken van mijn liefde.
Stil begrip
Zijn het die enkele woorden
Die beklemmen mijn hart
Woorden die ik niet uit kan spreken
Maar enkel bedoeld zijn voor jou
Woorden die jij in mijn ogen kunt lezen
Die de stilte tussen ons zo tekenen.
Echo van jouw lach
Vanuit de verte
Klinkt de echo
Van jouw lach
Jouw lach die mij streelt
Als een lentebries
Terwijl wij rusten onder het tere lover
Bijna schaamteloos
Adem jij aan mijn borst
En wij drinken dauwdruppels
Van de twijgen
Heffen het glas vol wijn der liefde
En terwijl jij lacht
Hoor ik vanuit de verte
De heldere echo
Die blijft hangen in het dal
Liefdemetafoor
Steeds weer wil ik je zien
als net ontpopte vlinder
kleuren van je vleugels
nog blinkend in de zon
fladderend tussen bloemen
snoepend van honing en dauw.
Rijkdom tussen mijn rozen
parel in mijn tuin
dans je golvende ritme
en als je moe bent
strijk neer op mijn schouder
in kleuren mooier dan een pauw.
Missen
Als op een dag de zon niet opkomt
zal ik me overal aan stoten
omdat het dan donker zal zijn.
Als op een dag jij er niet bent
is het triest en koud
dan hoef ik mij niet te stoten
dan voel ik pas echt pijn.
Sonnet met passie
Laat mij dageraad aan je voeten werpen
en met licht beschijnen je pad
mijn diensten wil ik aan je onderwerpen
liefste zo ik jou altijd heb liefgehad
bloemenkransen om je haren hangen
jou kleden als schone vestaalse maagd
benaderen met al mijn verlangen
en liefde zo het jou alleen behaagt.
Ach, de wereld is anders dan men wenst
zag ik toch je ogen vrolijk blinken
je naderend in verwachtingsvol begeren
en zou je mij niet telkens weren
zodat we op de liefde kunnen klinken
voordat voorgoed ons geluk verflenst.
Verstrengeling
Misschien zijn mijn woorden
Als blokken ijs in de winter
Bevroren water in een teil
Maar ze zullen smelten voor de zon
Van jouw liefde die komt als de lente
En geeft kleur aan ontluikend blad
Tooit tuin en veld met bloemengeur
Wolken in blauw met zilver omvat
Vergeet dan mijn woorden
Als ijsblokken zo koud
Ze zijn in jouw liefde gesmolten
En leven in kleuren en geuren
Die jij als lente draagt
Ook al is het nog winter
Liefdesdromen
Ach laat mij ook bij helder daglicht dromen
van maanverlichte nacht dat wij samen zijn
genietend van elkaar in zachte maneschijn
met fantasie mijn verwachting omzomen
jouw beeltnis zien als bedwelmd met zoete wijn
voelen de streling van je zachte handen
om daardoor in extase te ontbranden
jou aanbiddend als een schone cherubijn
laat ons in de hemel van liefde belanden
en deze nachten enkel minnend elkaar
omstrengelen in teder woord en gebaar
elkander begroeten aan morgenstranden
waar nieuwe zonneschijn ons weer verwarmt
tot volgende nacht de liefde ons weer omarmt.
Natuur tekent mij …
De zon brengt mij je warmte
de wind draagt je stem
vogels doen mij de groeten
bomen ruisen jouw haar
bloemen geven je geuren
de hemel kleurt je ogen
en in een kleine waterval
hoor ik je zachte stem
in glans van heldere beken
weerschijnt je slank figuur
door de regen klinkt je lach
jij bent één en al natuur.
Vierentwintig uur
Deze morgen heeft de nieuwe dag gekust
door de ochtendnevel in een zachte gloed
gelijk een schone bruid haar liefste ook doet
hun toekomstig zijn en samenzijn bewust
tezamen één in ’t vuur van liefde en lust
zoals een verbonden echt met hart en bloed
in schijnend licht lieflijke hartstocht ontmoet
tot de dag vermoeid in schemerlicht berust
duister wiegt de dag in zachte sluimering
de nacht ontfermt zich over het stervend licht
leven zwijgt buiten hoort men slechts fluistering
een bries door de kruin van bomen als gedicht
deze avond heeft de nieuwe nacht gekust
en nu wenst ze haar liefste een goede rust.
Liefste, mijn liefste
Ach liefste, mijn liefste
Eens zijn de velden met
Parelen weer bedekt
Over de smaragden dekens
Bekleed met saffieren en zirkonen
Beschenen door gouden licht
Ach liefste, mijn liefste, wanneer
Ach liefste, mijn liefste
Zal in de kruinen der bomen
Tussen het weelderig struweel
De zang der vogels ons weer lokken
Zullen wij in de schaduw weer dromen
Rustend van het lieven en minnekozen
Ach liefste, mijn liefste, wanneer
Ach liefste, mijn liefste
Wanneer zullen wij weer zitten
Daar aan de oever van dat gladde meer
En zien het vee daar vredig grazen
Ach liefste, ooit komt dat weer
Maar Liefste, mijn liefste, wanneer
Wanneer ….. wanneer?
Lentekolder
Laat mij de stoere wachter wezen
die jouw dagen met vreugd vult
in deze tijd door zon verguld
die aan de oostkim is gerezen
jou omhelzend als daaglijk licht
met zingende liefdesakkoorden
verwarmen met minnewoorden
voor jouw charme ben ik gezwicht
ach, verwacht geen stoere wachter
slechts een slungelige schlemiel
die als blok aan je voeten viel.
Op een kussen, dat was zachter.