Liefdesstemming


Hoe zijn de dagen ooit geboren
Dagen dat ik jou ontberen moest
Wat kon in die tijd mij bekoren
Heeft toch mijn leven niet verwoest
Wat heeft mij nog de kracht gegeven
De zon te zien op triest grauwe dag
De blik vooruit het hoofd geheven
Toekomst verwachten met blijde lach
Overtuigd dat je weer zou komen
De wolken zullen wel verdwijnen
Een lentebries weer door de bomen
Ach lief, laat mij niet langer wachten
Dagen zijn zonnig, somber de nachten

Dagstemmingen


Al is de morgen nu weer verrezen
En de hemel eentonig kleurloos grauw
Nergens een wolkje in ‘t hemelsblauw
Ach niet elke dag kan stralend wezen

Ook vandaag zal de zon nog wel schijnen
En kleuren het schitterend bladerdak
Met geel en bruin en rood als glanzend lak
In deze maand van druiven en wijnen

Ik zag ook jou vanmorgen weer ontwaken
Nou geen beeld van glanzende zonneschijn
Je was te druk met zo vele zaken

Straks slaat je stemming om als een rookgordijn
Samen maken we de dag dan een feest
Tenminste, dat hoop ik, ook als jij dit leest.

Liefde-nectar


Als je gedachten konden vliegen
vliegen als een vlinder
naar ’t hart van iedere bloem
drinken van de zoete nectar
leven van schoonheid
liefde geven in vele kleuren

als mijn hart kon spreken
spreken met een warme stem
zingen over schoonheid van bloemen
met woorden als nectar zo zoet
dan zou je aan mijn lippen hangen
drinken van mijn liefde.

Echo van jouw lach


Vanuit de verte
Klinkt de echo
Van jouw lach
Jouw lach die mij streelt
Als een lentebries
Terwijl wij rusten onder het tere lover

Bijna schaamteloos
Adem jij aan mijn borst
En wij drinken dauwdruppels
Van de twijgen
Heffen het glas vol wijn der liefde

En terwijl jij lacht
Hoor ik vanuit de verte
De heldere echo
Die blijft hangen in het dal

Liefdemetafoor


Steeds weer wil ik je zien
als net ontpopte vlinder
kleuren van je vleugels
nog blinkend in de zon
fladderend tussen bloemen
snoepend van honing en dauw.

Rijkdom tussen mijn rozen
parel in mijn tuin
dans je golvende ritme
en als je moe bent
strijk neer op mijn schouder
in kleuren mooier dan een pauw.

Sonnet met passie


Laat mij dageraad aan je voeten werpen
en met licht beschijnen je pad
mijn diensten wil ik aan je onderwerpen
liefste zo ik jou altijd heb liefgehad

bloemenkransen om je haren hangen
jou kleden als schone vestaalse maagd
benaderen met al mijn verlangen
en liefde zo het jou alleen behaagt.

Ach, de wereld is anders dan men wenst
zag ik toch je ogen vrolijk blinken
je naderend in verwachtingsvol begeren

en zou je mij niet telkens weren
zodat we op de liefde kunnen klinken
voordat voorgoed ons geluk verflenst.

Verstrengeling


Misschien zijn mijn woorden
Als blokken ijs in de winter
Bevroren water in een teil
Maar ze zullen smelten voor de zon
Van jouw liefde die komt als de lente
En geeft kleur aan ontluikend blad
Tooit tuin en veld met bloemengeur
Wolken in blauw met zilver omvat

Vergeet dan mijn woorden
Als ijsblokken zo koud
Ze zijn in jouw liefde gesmolten
En leven in kleuren en geuren
Die jij als lente draagt
Ook al is het nog winter

Liefdesdromen


Ach laat mij ook bij helder daglicht dromen
van maanverlichte nacht dat wij samen zijn
genietend van elkaar in zachte maneschijn
met fantasie mijn verwachting omzomen

jouw beeltnis zien als bedwelmd met zoete wijn
voelen de streling van je zachte handen
om daardoor in extase te ontbranden
jou aanbiddend als een schone cherubijn

laat ons in de hemel van liefde belanden
en deze nachten enkel minnend elkaar
omstrengelen in teder woord en gebaar

elkander begroeten aan morgenstranden
waar nieuwe zonneschijn ons weer verwarmt
tot volgende nacht de liefde ons weer omarmt.

Natuur tekent mij …

young woman uses laptop computer and work at the cafe

De zon brengt mij je warmte
de wind draagt je stem
vogels doen mij de groeten
bomen ruisen jouw haar

bloemen geven je geuren
de hemel kleurt je ogen
en in een kleine waterval
hoor ik je zachte stem

in glans van heldere beken
weerschijnt je slank figuur
door de regen klinkt je lach
jij bent één en al natuur.

Vierentwintig uur


Deze morgen heeft de nieuwe dag gekust
door de ochtendnevel in een zachte gloed
gelijk een schone bruid haar liefste ook doet
hun toekomstig zijn en samenzijn bewust

tezamen één in ’t vuur van liefde en lust
zoals een verbonden echt met hart en bloed
in schijnend licht lieflijke hartstocht ontmoet
tot de dag vermoeid in schemerlicht berust

duister wiegt de dag in zachte sluimering
de nacht ontfermt zich over het stervend licht
leven zwijgt buiten hoort men slechts fluistering

een bries door de kruin van bomen als gedicht
deze avond heeft de nieuwe nacht gekust
en nu wenst ze haar liefste een goede rust.

Liefste, mijn liefste


Ach liefste, mijn liefste
Eens zijn de velden met
Parelen weer bedekt
Over de smaragden dekens
Bekleed met saffieren en zirkonen
Beschenen door gouden licht
Ach liefste, mijn liefste, wanneer

Ach liefste, mijn liefste
Zal in de kruinen der bomen
Tussen het weelderig struweel
De zang der vogels ons weer lokken
Zullen wij in de schaduw weer dromen
Rustend van het lieven en minnekozen
Ach liefste, mijn liefste, wanneer

Ach liefste, mijn liefste
Wanneer zullen wij weer zitten
Daar aan de oever van dat gladde meer
En zien het vee daar vredig grazen
Ach liefste, ooit komt dat weer
Maar Liefste, mijn liefste, wanneer

Wanneer ….. wanneer?

Lentekolder

Loving couple taking selfie at cafe

Laat mij de stoere wachter wezen
die jouw dagen met vreugd vult
in deze tijd door zon verguld
die aan de oostkim is gerezen
jou omhelzend als daaglijk licht
met zingende liefdesakkoorden
verwarmen met minnewoorden
voor jouw charme ben ik gezwicht

ach, verwacht geen stoere wachter
slechts een slungelige schlemiel
die als blok aan je voeten viel.
Op een kussen, dat was zachter.