Je moest wel opvallen
met je zwier en charme
de warmte die van jou scheen
je elegante manier van lopen
die was als de tred
van een jonge ree.
Een hinde die sierlijk beweegt
door bossen en velden.
Je taille zo rank als een berkentwijg
en ogen die spraken
van zon en van lente.
Mijn oog vindt geen schoonheid meer
nadat ik jou heb aanschouwt
Je bent mijn droom
je bent mijn adoratie,
mijn slaapgebrek in de nacht.