Stal in andere tijd


Laat die nacht nog éénmaal wezen
stil, zoals ook toen die nacht,
die nacht dat duizenden sterren rezen
en waar ieder mens op vrede wacht.

Stil als toen in Bethlehems dreven,
door geen menselijke twist gestoord
geen mens door angst werd verdreven
geen oorlogsgeweld werd gehoord.

Toen, toen weiden daar de herders
vreedzaam hun schapen in het veld.
Een voorbeeld voor de wereldleiders
die nu slechts denken in macht en geld.

Laat het nog eenmaal zo’n nacht wezen
dat een kind in die kleine stal,
door herders, wijzen en engelen geprezen
eens de vrede op aarde brengen zal.

Kerst licht


Wie verwacht dat in donkere dagen
juist het licht steeds nader komt.
Dat nu sombere wolken ons belagen
straks het helderste licht ons overkomt.

Licht dat in de nacht ons zal beschijnen,
voor verdwalen ons behoedt,
waarvoor elk duister zal verdwijnen.
Licht zo teder en zo zoet.

Eens kwam dat Licht voor ons op aarde
maar de mensen hebben het niet herkent
men zag hierin niet de waarde
dat God zich tot de mensen wendt.

Laat toch dat Licht in onze harten blijven schijnen.
Dat Licht vol vriendschap en vree.
Laat nooit de hoop op liefde kwijnen.
Ook dwars door duistere nacht gaat dat Licht altijd mee.

Ster


Wanneer zal ooit die tijd weer komen
dat die ster waar ik op wacht
nogmaals op aarde zal komen
hetzij des daags of in duistere nacht.

Die ster zal licht en vrede geven
temidden van het aards geweld
en het kwaad zal sidderen en beven
daar dan zijn dagen zijn geteld.

Dan zal op heel de aarde
geen ziekte angst of oorlog meer zijn
als ieder zich achter die ster schaarde.
Nooit verdrukking meer voor groot of klein.

Reddend Kind


U leek zo broos en eindloos teer
toen wij U in die stal ontmoetten
en U als onze zaligmaker begroetten
maar U bent aller mensen Heer
U kwam ons redden van de boze
in Uw kleinheid bent U niet die broze
maar bent U juist onze redder Heer

Stil heb ik mijn handen gevouwen
te vragen of U mij hulp bieden wil
kom ik in deze tijd zo sereen en stil
hulpbehoevend en in vertrouwen
tot U die Zelf tot ons kwam
die ons als Uw kinderen in armen nam
en voor eeuwig van ons wil houden.

Onze armoede beschaamd


Hij lag daar zo nietig zo teer
toonbeeld van kwetsbaarheid
in al zijn onschuld terneer
wie heeft Zijn komst verbeidt?

Wij kwamen om Hem te zien
in Zijn zwakte zo oneindig broos
Hij kwam zo onvoorzien
omdat Hij uit liefde ons verkoos.

Wij zagen niet de goddelijke kracht
die van Hem straalde
toen in die donkere nacht
dat Hij nederdaalde.

Hij was niet het kind dat wij zagen,
maar de Heerser van het heelal
die wij vanuit onze armoe mogen vragen
of Hij de wereld redden zal.

Lichtgebed voor de Kerstnacht


Niet het donker van de duistere nacht bezorgt ons angst op deze aarde,
of scherpe kou die de winter bracht is oorzaak die ons steeds zorgen baarde,
maar de vraag, als je ziet wat er gebeurd, in hoeverre is een mensenleven nog van waarde.
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn voor wie niet gezien worden…

Is het niet de angst dat het licht in onszelf dooft, dat langzaam ook ons hart verduistert?
Omdat het niet meer in warmte gelooft. Hebben wij wel genoeg naar Uw liefde geluisterd.
En wie hoort, in een wereld vol geschreeuw, nog een schreeuw om hulp die wordt gefluisterd?
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn voor wat en wie niet worden gehoord…

Om ons heen en soms ook in onszelf; zoveel lawaai, zoveel onrust, een wereld vol gebral.
Zend dan, goede God, ons weer het Licht, dat door de wereld weerschijnen zal
toon ons weer de aanschijn van Uw gezicht, zoals destijds in Bethlehem’s kleine stal.
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn; bezieling om te leven in uw licht…

Waar de vrijheid van mensen met voeten wordt getreden en recht wordt gebogen bidden wij:
verwarm ons verkilde of koude hart, door het openen van onze oren en onze ogen
bevrijd ons van onrecht, angst en smart. Dat alle mensen U in vrijheid danken mogen.
Daarom bidden we om licht. Dat er licht mag zijn voor de wereld waarin wij leven…

Voor iedereen persoonlijk


U hebt mijn hand niet losgelaten
toen ik verzonk in de poel van verdriet
en voelde mij eenzaam en verlaten
zei U, “Mijn kind ik verlaat je niet”.

U hebt mij uit de nood geheven
en getroost met Uw lieve woord
mijn schulden hebt U mij vergeven
Uw genade heb ik in Uw stem gehoord.

Laat mij dan steeds Uw almacht loven
en danken voor Uw zoenoffer o Heer
U verliet Uw Koninkrijk daar boven
en daalde hier als kind op aarde neer.

Geen mens heeft kunnen doorgronden
dat wonder van enkel liefde en gena
U kwam in die stal voor onze zonden
zie ook mij nu ik aan Uw kribbe sta.

Kerstgaven genoeg


Ken je de werkelijke stilte?
Stilte die in liefde omhelst,
liefde zonder woorden
warmte vanuit harten geschonken.

Liefde als een lichtstraal
die in duistere nacht
omgeeft heel de aarde
en om vrede vraagt.

Stilte en liefde vereend te saam
meer hebben wij niet nodig
om gelukkig te zijn
als vrienden in één Naam.

Onrust tijdens Kerst


Het is niet de dennenboom
Die bij ons in de kamer staat
Niet de lichtjes die fonkelen
Het zijn niet de kerstliederen
Die klinken vanuit de huizen
Ook niet de glimmer en glitter
Overbodig aangeboden in etalages

Het zijn niet de witte vlokken
De wereld kledend in maagdelijk wit
De vrede vertolkt door verre klokken
Vriendschap vertolkt in arrenrit

Veel meer zijn het de stille uren
Die ik stil zit te lezen in dat grote boek
Waarin woorden over staan geschreven
Een leven waar ik zolang naar zoek

Een Bijbelse naam?


Een kind geboren in een kribbe in een stal
in wonderlijke nacht met wonderschone schijn
die de aarde zou behoeden voor zijn val
en die eens Koning van Israël zou zijn.

Zo roemloos en zo zonder pracht en praal
als naamloos kind gevreesd door mensenmacht
door heerser die met geweld en hart van staal
kinderen van Bethlehem om ’t leven bracht.

Hij gaf troost en liefde met Goddelijke kracht
deed wonderen heeft zelfs de zieken genezen
Hij overwon de dood door Zijn sterke macht
als grootste wonder is Hijzelf uit ’t graf verrezen.

Wie was deze man die zelfs tartte ’t duivelslot?
Messias, Redder, Jezus de Zoon van God.

Na de kerstdienst in het open veld


En toen ik huiswaarts ging
vanaf die kerstdienst op de hei
heb ik even naar boven gekeken

zag daar de sterrenlucht
maar díé ster was er niet bij
dat is achteraf ook niet nodig gebleken

want in duister van m’n slaapvertrek
scheen ’t licht helder en overvloedig
noodde tot een gebed zo vrijmoedig

de ster had Zijn licht in mijn hart geplant
maakte mij blij en gelijk deemoedig
door Zijn komst in de stal zo armoedig.

Gewacht op eigen invulling


Iedere Kerst denken wij,
nu zal de vrede komen,
vrede die het Kind op aarde brengt
als voor de herders en de vromen
in de engelenstem vermengt.

Maar na iedere Kerst
komt weer de droefheid.
Weer hebben wij voor niets gewacht
als onze verwachting al eeuwen slijt
sinds die Heilige Stille Nacht.

Toch is die vrede ons gebracht
voorzegt door die schone engelenkoren
nog in die zelfde Stille Nacht
dat de herders hun zangen hoorden,
dus hebben wij alleen op onszelf gewacht.

Kerst en pacht!


In de Kerstnacht kwam U op aarde,
niet in weelde, maar in een stal,
als Zoon, Die in Zijn Vaders gaarde,
de pachters wilde hoeden voor hun val.

Nee, U kwam niet om de pacht te eisen,
of om hen te straffen voor hun kwaad.
U kwam hen de goede vruchten wijzen,
en bij hen zaaien, ‘t goede zaad.

Maar, Heer, zij hebben U verstoten.
Wilden zelf heersers in Uw gaarde zijn.
Hebben zich voor Uw goedheid afgesloten,
en eisten zelf de opbrengst van de wijn.

Daarna zijn zij U vergeten.
Daarna zijn zij hun eigen weg gegaan.
Mochten van de goede vrucht nog eten,
maar verzwegen verder Uw bestaan.

Alleen op de dag van Uw geboorte,
vieren wij nog Uw verjaardagsfeest.
Daarna doen wij of wij niks weten,
alsof U nooit op aarde zijt geweest.

Heel het jaar wordt niet aan U gedacht.
Oogsten wij Uw goedheid, als de wijn.
Slechts denkend aan U, die ene nacht.
Heer, zou dat énkel Kerstfeest zijn??

Het Licht


Vol verwachting zijn zwangere dagen
verzadigd door duister der nacht
slechts om het Licht van liefde vragen
ver voor het eind der tijden verwacht

nachten verlicht door hoop en zang
in een wereld verdeeld door tranen
maar soms duurt wachten zo eindloos lang
kan men zich zo verloren wanen

eens schijnt ‘t Licht waar niet verwacht
in onze armoede en onze ellende
in een wanhopige en donkere nacht
zo zacht en warm zo niemand kende.

Kerst?


In groepen lopen ze door straten
hebben op hun manier veel lol
je hoort ze meer schreeuwen dan praten
ze drinken bier als holle vaten.

Ze hebben voldoende uit te geven
en vermaken zich tot laat in de kroeg
dit is voor hen plezier in het leven
tijd voor zorgen over morgen is er genoeg.

Aan nergens hebben ze gebreken
zijn zelfverzekerd en door leven beproefd
hun geloof in oude zekerheid is verkeken
dát maakt kerst zo vreselijk bedroeft.